186 DAGBOEK Den 21 sten na den middag om 1 uur vong men aan Bomben Granaten naar Brostow te werpen, een dorp A Deutsche mijle ('A uur) van de stad gelegen. De Gouverneur hadt daarmeede den Heer v. Blumenstein bedreigt, indien hij niet naliet door des nagts te schieten, de zijne te verontrusten. Bij de eerste Bombe ging reeds rook op, bij de vierde brandde het dorp. Na A uur schieten stond het aan verscheidene plaatsen in brand het aanhoudende vuur, als ook het gebrek aan water maakte het blusschen onmooglijk. De boeren dreven hun vee uit het dorp reddeden wat zij konden. Na VA uur hield men met schie ten op. Gelukkig was het zeer stil weder waardoor de brand welhaast eindigde. In het begin beantwoordde men het vuur van de Brostower batterij. Dan het hevige vuur der onze bragt dezelve welhaast tot zwijgen. De Major von Unruhe kwam daarbij om. Om 8 uuren kwam een Parlementair. Wij dagten sterk beschoten te worden. Dan in den nagt werdt geen kanon gelost, ook niet in den volgende nagt. Des morgens van den 23sten kwam weder een Parlementair. Rauschwitz,155 een ander dorp, is het doel der Franschen, wanneer men op nieuws aanvangt ons te beschieten. De Gouverneur vraagt weder eene somma van 50,000 fr. Men doet hem voorstellingen wegens de onmooglijkheid. Zijn antwoord is, dat hij binnen 24 uuren 25,000 verlangt, dat hij, bij weigering, de voornaamste burgers in het gevangenis werpen &c een bijzonder exempel statueren zoude. Reeds veele Burgers hadden, om geringe oorzaken deezen smaad ondergaan. Eindelijk komt men daar in overeen dat de laatstgenoemde somma zal betaald daarvoor een weinig koorn gegeven worden. De Parlementair van den 23 offreerde den Gouverneur naar Frankrijk met zijne manschappen te vertrekken, de officieren gewapend, de gemeene zonder wapens onder eede van in een jaar den staat tegen de verëenigde Arméen niet te dienen. Dit werdt van de hand gewezen, daar men nog vier maanden levensmiddelen hadt men dus een gelukkiger tijd konde afwagten. De wederzijdsche Parlementaires bewezen intusschen, dat men nog in onderhandeling is men gelooft algemeen, dat dezelve gelukkig slagen zal. Den 25sten namiddag werdt de voornoemde overloper, welke men, daar men hem voor een spion hield, hier in de custodiel=,(' gezet hadt, door twee gendarmes, aan de Russen op hunne aanvraage overgelevert: eenen man van Rapsen (een dorp aan de Oder-zijde) hadt hij vermoord, en zich door eene goede tijding in de vesting zekerheid welkom onthaal beloofd. Het getal der zieke vermeerdert daaglijks &C eene bijna onheelbaar scorbut is voor de meeste doodlijk, bovendien zijn wij thans van medicamenten geheel ontbloot. Den 27 Febr. werdt een commandant van het 151 Reg. benevens zijnen Adjutant Major eenige Grenadieren, welke zich op de jagt rondom de vesting te wijd gewaagd hadden door de russische voorposten gevangen genomen, dan na hun brandewijn brood onthaald te hebben, weder vrij gelaten. Nadien is ook deeze post door de Pruissen bezet men ziet weinig Russen. Maart Den 2den: de Parlementaires gaan steeds komen. Men schiet intusschen nu

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 188