238
JAARVERSLAGEN 2006
a) NHG 22297 (KZGW 3202/3092): werd geprepareerd en waar nodig met para-
loid B-52 behandeld. De linker bulla werd verwijderd en uitgeprepareerd. Daarbij
werden ook de maleus (hamertje), incus (aanbeeld) en stapes (stijgbeugel) vrijge-
legd. Ook het onderliggende perioticum, de volledige linkerzijde van de schedel,
en de vertex (top) werden uitgeprepareerd. Verder werden de verkitte halswervels,
die distaal aan de schedel vastzitten, gedeeltelijk vrijgemaakt. De rechter bulla
werd niet verwijderd. In het tijdens de preparatie verwijderde sediment werd een
zevental molluskensoorten gevonden, die toelieten het stuk te dateren. Het stamt
uit het Vroeg-Plioceen (2,1 tot 5,3 miljoen jaar geleden) en is daarmee veel ouder
dan tot op heden werd gedacht. Het Zeeuws Museum richtte rond dit specimen
een tentoonstelling in de Wonderkamer in die van 15 september tot 5 november
2006 duurde.
b) NHG22347 (KZGW 3203): linker helft van neurocranium. Dit exemplaar
werd nog niet geprepareerd, omdat er veel sediment op zit. Voor de verdere studie
van deze nieuwe soort is het noodzakelijk om het perioticum en de omgeving van
het alisphenoide volledig uit te prepareren. Dit zal in 2007 gebeuren.
c) NHG 23017 (GV 1997-84): geïsoleerd squamosum, zeer goed bewaard en zeer
gaaf, afkomstig van een juveniel exemplaar. Aan dit stuk zit vrijwel geen sediment
vast. Het werd tijdens de bottenvistocht van 1997 opgevist in de Put van
Terneuzen en is het enige stuk van de drie waar we exacte vindplaatsgegevens van
hebben. De processi falciformis en glenoidalis van het squamosum, die bij de twee
andere exemplaren beschadigd zijn of ontbreken, zijn bij dit exemplaar erg goed
bewaard, wat waardevolle taxonomische informatie oplevert. Het stuk moet niet
uitgeprepareerd worden.
Bijzonder is verder dat eind 2006 Freddy van Nieulande in de 'quarantaineruim
te5 de opgezette foetus van een orka uit 1783 terugvond. Dit is vermoedelijk de
oudst bewaarde opgezette orka ter wereld.
De jaarlijkse bottenvistocht met de ZZ 10 in de Westerschelde ter hoogte van de
Griete op ongeveer veertig meter diepte (de zogenaamde Put van Terneuzen)
bracht veel mooie stukken boven water, zij het minder dan in voorgaande jaren.
De lijst van determineerbare stukken luidt als volgt: NHG 22887: rechter hume
rus van een Ziphiidae (erg zeldzaam); NHG 22888: atlas van een vinvisachtige;
NHG 22889: tand van een potvis (Scaldicetus sp.?); NHG 22890: linker squa
mosum van een dolfijn (erg zeldzaam); NHG 22891: het corpus van een halswer
velcomplex van een potvisachtige; verder zes bulla's van walvisachtigen, een rib-
fragment van een zeekoe (zeer zeldzaam) en een aantal verweerde en minder
belangrijke stukken, zoals ribfragmenten, squamosi van vinvisachtigen, enz. Jaap
Schot, de schipper van de ZZ10 uit Zierikzee, schonk ons dit jaar de bijdrage van
300 euro van de deelnemers aan de bottenvistocht. Met dit bedrag werden ter
waarde van 200 euro twee bruinvisskeletten aangekocht bij Cornelis Riemslag
(Zuidzande), te weten één onvolledig, oud skelet, afkomstig uit een oude schooi
collectie in Bruinisse, en één volledig, recent skelet, door Cornelis Riemslag gepre
pareerd maar niet gemonteerd en afkomstig uit de monding van de Westerschelde.
Ook werden 27 bullae en periotica van dolfijnachtigen aangekocht van Olaf
Vermeulen. Voorts werden bij Paul Blomme ter waarde van 50 euro vondsten uit
Groede en Nieuwvliet aangekocht: zes bullae en zes periotica van Cetotheriidae en
Balaenopteridae, vijftien bullae en periotica van dolfijnachtigen, een kauwplaat-