52 UIT VADERLANDSLIEFDE In 1605 werd hij opgevolgd door Antonio Miotto uit Venetië en geassisteerd door Simon Fabri uit diezelfde stad. Na het vertrek van Miotto in 1621 ging de leiding over in handen van Willem Wynands uit Amsterdam. Tot 1646 bleef de fabriek bestaan. Ook was er in Middelburg een spiegel fabriek die in 1607 geleid werd door Jan Wambassaert en Francois Maclau. Zie De Waard (1906) en De Waard (1945), IV*. 8 Turner (1985). 9 Willem Boreel (1591-1668) was in Middelburg geboren als zoon van Jacob Boreel en zijn tweede vrouw Maria Gremmink. Zijn vader was burgemeester van Middelburg en van 1598 tot 1601 muntmeester van Zeeland. Van 1618 tot 1627 was hij advocaat van de Oost-Indische Compagnie. In 1619 werd hij geridderd door de Engelse koning Jacobus I. In 1626 werd hij tot pensionaris van Amsterdam benoemd. Van 1650 tot aan zijn dood in 1668 was hij ambassadeur van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aan het Franse hof. Gegevens ontleend aan De Waard (1953), IV, 239- noot. 10 Term gebruikt door Borel, zie de vertaling, hierna p. 66. 11 Zie voor het leven van Pierre Borel, die ook zelf ervaring had in het slijpen van tele- scooplenzen: Chabbert (1968). 12 Hoewel het titelblad van De Vero Telescopii Inventore het jaartal 1655 draagt, heeft Van Helden aangetoond dat de publicatie pas in 1656 is uitgegeven. Zie Van Helden (1977), 6. 13 Deze inschrijving in de notulen van LWet en Raad' der stad Middelburg, van 3 maart 1657, was in 1837 gevonden door de oudheidkundige P.J. Rethaan Macaré. Zie Kroniek van het Historisch Genootschap te Utrecht7 (1851), 196. Afgedrukt bij De Waard (1906), 22. 14 De Kanter (1824), 79. Gedeelten uit Borel (1655), en met name de daarin gedrukte getuigenverklaringen, zijn wel door diverse auteurs in vertaling afgedrukt. 15 De Waard (1906), 10. 16 W. Boreel aan het stadsbestuur van Middelburg, 8 Januari 1655: 'Soo ick wel geïnfor- meert ben en wel onthouden can, soo hebbe ick de man gekendt, gesien en gesproken in myne joncheyt, die gesegt werde d'eerste inventeur geweest te sijn, hoewel met wat imperfectie, van de voorschreven verrekykers, die hy naemaels van tijt tot tijt seer heeft verbetert; als oock die geleerde en andere ervaren mannen, die deselve als voorschreven hebben geïllustreert. Dese man woonde tot Middelburgh in de Capoenstraete, comen- de van de Groenmart aen de slynckerhandt, omtrent het midden van de straete, in de huyskens, die tegens de Nieuwe Kercke aenstaen; was een man van geringhe middelen, hadde eene sobere wynckel, veel kinders, die ick daerna noch hebbe gesien, ouder wor dende ende tot Middelburch comende'. Zie: De Waard (1906), 10-11. 17 In het nieuwe stratenplan na de Tweede Wereldoorlog is wel plaats ingeruimd voor een Kapoengang, die gelegen is tussen Bachtensteene en Burggang, en een Walgang, die loopt tussen 'Onder den Toren' en het Walplein. 18 Blijkens de hierna te noemen aantekeningen van C.J. Serlé, gemaakt in de jaren 1816- 1817 uit het trouwboek van de stad Middelburg, was Laprey de Latijnse weergave van de naam Lipperhey. Bij zijn huwelijk op 12 oktober 1594 met 'Fanne Kools van Ant werpen' werd zijn naam geschreven als 'Joannes Laprejus Veselius' Hans Lipperhey uit Wezel). 19 Het relaas uit Sirtori wordt ook aangehaald in het boekje van Borel (1656). Zie hierna, p. 83. Zie voor de originele Latijnse tekst van Sirtori en een Engelse vertaling van Van Helden (1977), 48-50. 20 Johannes Sachariassen (1611-na 1655) was de zoon van Sacharias Jansen en Catharina de Haene. AI op 19-jarige leeftijd, in april 1630, wordt hij genoemd als 'brilmaker'. Hij koopt dan enige 'Neurenburgeryen', waarmee vermoedelijk optische speeltjes zijn bedoeld. Blijkens het getuigenis van de natuurfilosoof Isaac Beeckman dreef hij in 1632 de lenzenslijperij alleen. In dat jaar trad hij in het huwelijk met Sara du Pril uit Veere,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 54