PIERRE BOREL 83 Hoofdstuk 11De telescoop moet aan een vakman uit Middel burg worden toegeschreven Het is dus duidelijk dat de Hollanders de telescoop niet hebben uitgevonden. Metius, Drebbel en alle anderen die afgewezen moeten worden, is nu deze over winning ontnomen en de roem berust in zijn totaliteit bij een Middelburgse bur ger. Laten we ter bevestiging van deze zaak eens luisteren naar het bewijs van Giro- lamo Sirtori, De telescoopdeel 1, hoofdstuk 1. Hij heelt de zaak correct genoeg verklaard, hoewel hij een paar dingen, op een iets andere manier dan ze echt waren, verdraaid heeft, omdat hij het verhaal niet zorgvuldig genoeg gehoord heeft: In 1609 trad er een nog onbekende man naar voreneen geest of iemand anders, zo te zien een Hollander, die in Middelburg, Zeeland, een ontmoeting had met Johannes Lippersein. Deze man legde door zijn uiterlijk alleen al iets bijzonders aan de dag en er was geen enkele andere brillen maker in die stad. Hij beval hem veel lenzen, zowel holle als bolle, te maken. Op de afgesproken dag keerde hij terug in de hoop dat het werk af was. Zodra hij ze in handen had, nam hij er twee op, een holle en een bolle, hield ze voor zijn oog en bewoog ze geleidelijk van elkaar, ofwel om het beeldpunt of vel om het werk van de vakman te keuren. Naderhand betaalde hij de vakman en ging weg. De vakman, ook niet gek en nieuwsgierig naar deze nieuwigheid, begon hetzelfde te doen en aapte hem na. Al snel leverde zijn natuurlijke aanleg de suggestie om deze lenzen in een buis samen te voegen. Toen hij er één af had, vloog hij naar het hof van prins Mauriis en liet hem deze uit vinding zien. Of de prins de uitvinding eerder had of niet, men moest erkennen [24] dat de zaak van militair belang was en dat het meer dan noodzakelijk was de geheimhouding te bewaren. Zodra hij bij toeval merkte dat de zaak algemeen bekend ivas, liet hij zijn interesse niet blijken en bedankte de ijverige en welwillende vakman. Vervolgens overspoelde de nieuwheid van zo'n grote zaak heel de wereld en er werden vele andere kijkers gemaakt. Maar hij kreeg geen enkele kijker die beter en geschikter was dan de eerste - ik heb die gezien en in handen gehad. Daarom kun je zeg gen dat niet alleen de kunsten maar ook de natuur zelf alles bijeenbrengen om de grote vorsten te dienen. Er werd zelfs gezegd dat deze uitvinding niets anders inhield dan dat er twee lenzen in een buis waren bevestigd. Omdat Delia Porta in zijn Magie hier (niet heldere) woorden aan heef gewijd en er meteen met velen in mijn bijzijn over gesproken heef, scheen dit idee bij veel mensen zo aan te slaan, dat iedereen met verstand die erover gehoord had, een begin maakte dit werk zon der voorbeeld uit te proberen. Uit winstbejag kwamen andere inwoners van de Nederlanden, Fransen en Italianen aanrennen en iedereen riep zichzelf uit tot de uitvinder. In mei snelde een Fransman naar Milaan die zo'n soort telescoop aanbood aan de graaf van Fuentes. Hij zei dat hij de partner was van de Hollandse bedenker. Nadat de gtaaf de telescoop aan een zilversmid had gegeven om de buis te verzilveren, gaf hij hem aan mij in handen. Ik bekeek en onderzocht hem en heb soortgelijke kijkers gebouwd enzovoort. Uit dit citaat blijkt duidelijk dat alle volken deze uitvinding claimden; ook blijkt duidelijk dat onze burger uit Middelburg als eerste een telescoop gemaakt heeft, want wat hij vertelt over een onbekende geest zijn de sterk verdraaide dromen en verhalen van het gewone volk. Zelfs de naam van de vakman verandert hij op een of ander manier, maar slechts weinig, zoals hieronder verteld wordt.24 [25] Maar hij heeft dit niet van een vreemdeling vernomen, hij heeft het, uit nieuwsgierig heid, met veel succes zelf uitgevonden, toen hij veel kijkers testte (waarschijnlijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 85