96 PIERRE BOREL De grondstof van het heelal is toch niet anders dan lucht die onbegrensd is voor onze ogen, die verlicht is of donker en die zozeer één hemel is, omvattend de onbe grensde uitspansels van de afzonderlijke sterren. Al deze sterren bewegen met een eigen beweging, terwijl sommige ook tegengesteld bewegen. Over de volgorde van de planeten zal de kennis vaststaan; ook over hun afstand, grootte en stand. Met behulp van deze telescoop zullen er een betrouwbare kalender en loop van de afzonderlijke planeten, zowel de oude als de nieuwe, vastgesteld kunnen worden. Hieruit zal de wetenschap zeker de lengtegraden halen, die voor de vervolmaking van aardrijkskunde én scheepvaart en zeereizen heel nuttig zijn. Want er is nog altijd een opvallende onnauwkeurigheid op de landkaarten bij de plaatsbepaling van landen en gebieden, van provincies en steden. Dit is niet zo bij de breedtegra den, die meteen door de verheffing of daling van de polen gevonden kunnen wor den. Het kan ook door de hoogte van de middagzon of op een andere manier, [55] als 's nachts de Poolster onzichtbaar is, omdat een vast punt aan de hemel foutloos de breedtegraad aangeeft op elk punt waar wij ons bevinden. Bijvoorbeeld de ster die het dichtst bij de noordpool staat, door de Arabieren Dub Alasgar genoemd wordt en het verst weg staat van de as door de Kleine Beer - bij ons Poolster gehe ten. Een meting vanaf deze ster is honderd procent zeker. Maar wanneer heel de sterrenhemel eeuwig in een dagelijkse omloop vanaf oost naar west draait of wanneer wij draaien, dan is er geen enkel punt aan de hemel vast en onveranderlijk om daarvandaan de correcte lengtegraad van de plek waar we ons bevinden, op te nemen en te meten. Op het land droegen waarnemingen van verduisteringen iets bij, maar op de grote, wijdse zee, waar geen land te beken nen is - bovendien is de zee zelf op verschillende manieren in beweging - was er geen enkele betrouwbare waarneming, en baatte die ook niets. En daardoor is dit gebrek voor zeevaarders op zee (zowel de Atlantische als Indische Oceaan als de andere grote zeeën) een groot, onberekenbaar probleem, een gevaar en tijdverlies. En omdat de onderdanen van de doorluchtige Republiek van de Verenigde Nederlanden op hun grote zeereizen naar alle delen van de aarde en zeeën gaan en vandaar onmetelijke rijkdommen verwerven, zal ook deze zeer nuttige zaak, name lijk de uitvinding van de wetenschap van de lengtegraden, zeer veel kunnen bij dragen aan de roem en eer van de zo machtige Republiek. De Republiek zelf heeft middels een patent en een uitgeloofde beloning van 30.000 Karolus-guldens [56] alle beroemde geleerden uitgenodigd om zich over zo'n uitzonderlijke zaak te bui gen en om hun verstandelijke gaven te richten op het toepasbaar maken van de wetenschap van de lengtegraden voor gebruik op zee en op het land. Heel veel mensen hebben hier langs verschillende wegen en op verschillende manieren veel moeite voor gedaan. Bijvoorbeeld via vergelijking van de loop van een planeet met een vaste ster aan de hemel of via vergelijking van de loop van twee planeten waar van de kalender niet compleet is. Nog een voorbeeld: via de kalender van de maan, die immers goed zichtbaar is en snel in zijn regelmatige beweging. Al deze mensen hebben tot nu toe geen succes gehad, omdat ze tekort schoten in hun pogingen. Cornelis Drebbel, zeer geïnteresseerd in de geheimen van de natuur, had zijn hoop gesteld op iets met de krachtige eigenschap van juist een magneet. Hij dacht immers het volgende: een magneet is, zoals hij op de grond ligt waaruit hij is opge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 98