102
WAARDE VAN HET VERLEDEN
gelaten bij de verandering van de regel van de tussen-n: volgens de traditie wordt die
tussen-n (bijoorbeeld in panne(n)koek) in de standaardtaal niet uitgesproken. Nietemin
is de spellingsregel in strijd met het fonetische principe gewijzigd.
19 In enkele dialecten, waaronder het Zeeuws, is het verschil in uitspraak van de twee soor
ten e's en o's nog wel te horen: vergelijk bijvoorbeeld (steen)kolen vs. kolen (groente).
20 Van de Bilt, Landkaartschrijvers en landverdelers, 194.
21 De Maatschappij had Kluit en M. Tydeman gemachtigd om de spelling-Siegenbeek te
onderzoeken. Deze werd geschikt bevonden en in 1804 op haar advies van Staatswege
ingevoerd Gedenkboek bij het 200-jarig bestaan van de Maatschappij der Nederlandse
Letterkunde te Leiden. E.J. Brill, Leiden, 1966, 76: http://www.dbnl.Org/tekst/_
jaa003196602_01 /_jaa003196602_0 l_0003.php)
22 Adriani Klvit, Oratio inavgvralis pro imperatore Jvliano, Apostata, habita Mediobvrgi in
ill. gymnasii auditorio pvblico [1769]. Franse vertaling: Les manes de Julien surnommé
l'apostat. La Haye [etc.], 1770. (in: Zeeuwse Bibliotheek (ZB), pamflet 3388); Neder
landse vertaling: Inwijingsredevoeringen tot lof van Keiser Juliaan den Afvalligen (...).Pieter
Gillissen, Middelburg (ZB, 1101 G 37).
23 Vgl. voor de geschiedenis van het Zeeuwsch Genootschap: Gedenkboek etc. en Mijn-
hardt, Tot heil van 't Mensdom, 1987, 126-130 (voor de Vlissingse voorgeschiedenis);
131-132 (voor Middelburgse gezelschappen).
24 Mijnhardt, Tot heil van 't menschdom, 208, noot 216.
25 Zie Bijlage 1
26 Mijnhardt, Tot heil van 't menschdom150, noot 66: brief Kluit aan de secretaris, 31
augustus 1776.
27 Zie Trimpe-Burger, G.G., Prijsvragen en conceptprijsvragen van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen uitgeschreven in het tijdvak 1769-1860. In: Archief medelingen
van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen2002, 110-112 (prijsvraag
21).
28 Vgl. het voorbericht van de vertaler: 'Veelerlei aanzoeken van verscheidene kanten en
soorten om deze Redevoering onder het oog des Opstellers in Nederduitsch gewaad te
stekken, hebben denzelven om redenen doen besluiten, liefst zelf hand aan 't werk te
slaan, en zich de moeite van vertalen en drukken te getroosten.'
29 De kwestie van het begraven in en bij de kerk, respectievelijk in en buiten de stad was
in de laatste decennia van de achttiende eeuw een belangrijk discussiepunt. Er versche
nen ook in Zeeland, c.q. van Zeeuwen, verschillende publicaties over. Het Zeeuwsch
Genootschap wijdde er een prijsvraag aan. Vgl. Mijnhardt, Tot Heil van 't Menschdom
192); uitvoerig over deze discussie: De Mooij, Jona Willem te Water (1740-1822), 2008,
152-157. Zie ook: G.G. Trimpe Burger Mekking, Prijsvragen en en conceptprijsvragen
van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen uitgeschreven in het tijdvak 1769-
1860. In: Archief medelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen
2002, 69-254, in het bijzonder 110-112, handelend over prijsvraag 21 inzake de schade
lijkheid van het begraven binnen steden en in kerken.
30 Brief in de Universiteitsbibliotheek Leiden (UBL), LTK 1000, geciteerd door Van de
Bilt, Landkaartschrijvers en landverdelers, 102 (citaat door mij genormaliseerd).
31 Vgl. de eerste alinea van het inleidend woord in A.C.F. Koch, Oorkondenboek van Hol
land en Zeeland tot 1299, dl. 1: Eind van de 7e eeuw tot 1222. 's-Gravenhage, 1970,
VIL
32 Leerssen {De bronnen van het vaderland, 11) legt 'het initiatief' voor het WNT ten
onrechte pas omstreeks de jaren 1840.
33 Kluit, Aanmerkingen op het maken van een Woordenboek der Nederduitsche Taal (1773),
vgl. Van de Bilt, Adriaan Kluit als lexicograaf, 147-149.
34 Weiland, Nederduitsch Taalkundig woordenboek dl. II.
35 In 1801 verscheen de Proeve van 't woord Boom als zelfstandige publicatie. In hetzelfde
jaar verscheen Kluits Proeve ook in de Konst- en Letterbode.