104
WAARDE VAN HET VERLEDEN
UB Amsterdam).
59 Ponsen Van der Vlist, Het fataal evenement, 110, 125.
60 Boom, Een oude constitutie, 6.
61 Vgl. ook Encyclopedie van Zeeland, dl. 2, 221.
62 Vgl. over Lambrechtsen politieke opvattingen en de discussies in het Zeeuwsch Genoot
schap in deze periode: Mijnhardt, Tot heil van 't Mensdom 1987, blz. 162-166, met
uitvoerige citaten.
63 Vogel-Wessels Boer, Verheye van Citters 1994 (blz. 112, noot 16) noemt Lambrechtsen
zonder meer 'patriot', terwijl Mijnhardt, Tot Heil van 't Menschdom 1987 (blz. 162) er
juist op wijst dat Lambrechtsen zich scherp distantieerde van de ideologische connotatie
die de term patriot met zich meebracht.
64 Lijkbus: urn voor de asch en het gebeente van afgestorvenen, niet zelden oneig. o.a.
voor een doodkist, en in fig. verband gebruikt. (WNT)
65 U.L.: Ulieden
66 Jan Bent: niet geïdentificeerd.
67 Abraham Perrenot (1726-1784), een uit Zwitserland afkomstige jurist, raadsheer van
Willem V, schreef een verhandeling over het begraven binnen de steden, stichter van de
eerste 'buitenbegraafplaats', Ter Navolging, in Den Haag. Ook J.W. te Water publiceerde
over het begraven in en buiten de stad. Kluit citeert in zijn verhandeling beide schrijvers
over dit onderwerp.
68 Nicolaas Christiaan Kist (1793-1859), studeerde in Utrecht letteren en theologie. Vanaf
1823 hoogleraar in de theologie, met bijzondere belangstelling voor de kerkgeschiedenis
in Leiden. NNBW, dl. 9.
69 Pieter Paulus (Axel, 1753-Den Haag 1796), volgde de Latijnse school in Vlissingen, stu
deerde daarna rechten in Leiden waarna hij advocaat in Rotterdam werd. In de Bataafse
tijd een belangrijk politicus. Eerst verdedigde Paulus het stadhouderlijke stelsel, werd
daarna patriot. Na de omwenteling in 1796 werd hij gekozen tot voorzitter van de nieu
we Nationale Vergadering.
70 Gerrit Paape (Delft, 1752-Den Haag, 1823), plateelschilder, schrijver en in de Franse
tijd ambtenaar. Paape was een tijd redacteur van een patriottisch blad, waarin hij zich
tot een theoricus van de nieuwe staatsleer ontwikkelde. Een van zijn publicaties was
Grondwettige herstelling van het geluk der Nederlandsche maatschappy, volgens de wysgeerte
en menschkunde. Rotterdam: De Leeuw en Krap 1787.
71 Carolus Boers (Voorschoten, 1746-Leiden, 1814) studeerde in Utrecht, onder meer bij
dezelfde hoogleraren als Kluit, en werd theoloog. Zijn dissertatie droeg hij op aan Wil
lem V. Boers was op verschillende plaatsen predikant voordat hij in 1779 hoogleraar
werd in Leiden. Hij werd net als Kluit in 1795 afgezet. In 1802 werd hij in zijn ambt
hersteld.
Frederik Willem Pestel (Rintelen in Hessen, 1724-Leiden 1805), jurist van naam, ken
ner van staats- en publiek recht. In 1763 hoogleraar in Leiden, waar hij met Kluit en
Boers in 1795 werd ontslagen. Hij vertrok naar Duitsland, maar werd in 1802 terug
geroepen en herbenoemd.
72 Eduard Hageman (Amsterdam, 1749-Leiden, 1827) studeerde rechten in Leiden, was
eerst hoogleraar in Duisburg, daarna in Franeker en Harderwijk, werd in 1797 in Lei
den benoemd. Hij doceerde staatsrecht, statistiek en politieke geschiedenis (met andere
woorden, een groot deel van de vakken van Kluit na diens tijdelijke vertrek). Hageman
was rector magnificus in het studiejaar 1801-1802 en later in 1810-1811.
73 Hendrik van Wijn: zie noot 5. Jean Henri van Swinden (Den Haag, 1746-Amster-
dam,1823), wis- en natuurkundige. Studeerde van 1763 tot 1766 wijsbegeerte, natuur
kunde, anatomie, fysiologie, botanie en scheikunde aan de universiteit van Leiden en
werd hoogleraar natuurkunde en wijsbegeerte te Franeker, en later, in 1785, aan het
Athenaeum Illustre in Amsterdam. Groot geleerde, die ook maatschappelijk en politiek
actief was in de Franse tijd.