WAARDE VAN HET VERLEDEN
105
74 Vergilius, AeneisX, 501. Vertaling van M. d'Hane-Scheltema (blz. 251): 'Ach, hart van
stervelingen, dat niets weet van lot en toekomst'. Vondel vertaalt in zijn prozavertaling
(dl. 7, blz. 66, r. 'de mens weet luttel wat hem by noodlot beschoren zy', en in versvorm
(dl. 7, blz. 67, vs 763-64: 'de mensch weet van te voren/ Heel luttel van zijn lot, by
noodlot hem beschoren.' De bibliotheek van Kluit is niet geheel verloren gegaan; zie
noot 58.