Bijlage 5 Extracten uit de resolutieboeken van Wet en Raad van Middel burg, 1603, 1625 52 ROOMS-KONING WILLEM II ZB, coll. KZGW, hs.nr. 3392. Afschrift A, niet te identificeren hand, begin negentiende eeuw. Afschrift B is hoogstwaarschijnlijk in 1817 geschreven door N.C. Lambrechtsen van Ritthem, niet naar A, maar vermoedelijk naar de - inmiddels in 1940 verloren gegane - originele resolutieregisters. De tekst hieronder volgt afschrift B, met tussen rechte haken de inhoudelijke varianten in A. [A: Men vind in de notulen ten Rade der stad Middelburg] Resolutie Weth Raad van Middelburg 13 december 1603. Bij 't college van Wetthe en Rade in deliberatie geleit zijnde of men niet behoorde, 't ligchaam van wijlen Coninck Willem, Grave van Zeeland, in den jare 1255 [A: 1256] alhier tot Middelburg begraven int Choor van de Abdijkerke, onder 'tportaal met eene eerlijke [A: heerlijke] sepulture te vercieren; is overdragen en goedgevon den dat men ten fyne voorzeit een plan of patroon zal ontwerpen [A: laten bewer ken] omme, de costen van sulk een sepulture overwogen zijnde, deselve ter plaatse voorzeit tegens ofte in den muur te laten maken van blaauwen witten arduin met de inscriptie daar toe dienende. 29 [A: 19] november 1625 De heeren Palma, burgemeester, mr. Jacob Schotte [A: bovendien: W. Brouwer] en de kerkmeesters werden bij deze resolutie van 't college van Wetthe en Rade geau- toriseert naarder te spreken met den ridder heer R [A: Pieter] Courte [A: Courten] aangaande 't maken van de sepulture van wijlen hoogergedachte coninck Willem in de Coorkerke. [In een andere hand, alleen in B:] Ps. is niet te vinden bij kerkmeesters en in de begravensboeken bij mij berustende. Ued. ootmoedigste dienaar H.P. Kuipers

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2014 | | pagina 54