84
WAARDE VAN HET VERLEDEN
opvattingen een directe lijn via Groen van Prinsterer naar de Antirevolutionaire
Partij.
In de Historie der Hollttndsche Staatsregeling tot aan het jaar 1795 hoefde Kluit zich
niet, zoals in zijn colleges, te beperken tot de geschiedenis van de periode tot 1572,
toen de Republiek werd gevormd. In feite kan Kluit door zijn onderzoek naar de
voorgeschiedenis van de Republiek, die de Germaanse en grafelijke periode betrof,
als de eerste mediëvist aan een Nederlandse universiteit beschouwd worden. In dit
onderzoek nam hij wat hij de 'diplomatiek' noemde tot basis, dat wil zeggen de
oorkondenleer.52
Van een romantische benadering van de middeleeuwen, zo kenmerkend voor de
veranderingen in het cultuurhistorische perspectief van de negentiende eeuw, is
bij Kluit nog geen sprake. Voor hem was het bestuderen van de middeleeuwen
en van de geschiedenis van de eerste twee eeuwen van de Republiek geen 'zuivere
wetenschap': zijn juridisch onderzoek was van groot maatschappelijk belang. De
concentratie op wetten, maatregelen en afspraken bood juristen ten dienste van de
overheid een vaste grondslag. Dat daarbij de studie van schrift en kanselarijkenmer-
ken grote vooruitgang boekte, spreekt vanzelf. De studie van stijl en taal, die Kluit
vanaf zijn jongste jaren bezighield, was een constante in zijn onderzoek.
Behalve Kluit moest ook zijn Leidse confrère Luzac tijdelijk het veld ruimen. Op
17 februari 1796 was hem zijn professoraat ontnomen. Het nieuwe bewind achtte
de vaderlandse geschiedenis niet meer veilig in de handen van Luzac. Als reden
van het ontslag werden Luzacs aristocratische gevoelens genoemd, alsook enkele
publicaties in zijn Gazette de Leyde. Men neemt tegenwoordig aan, dat de werke
lijke reden gelegen was in Luzacs discutabele optreden als rector magnificus toen
er in Leiden enkele rellen en conflicten uitbraken. Nadat hem zijn leeropdracht in
de geschiedenis was ontnomen, nam Luzac ook ontslag als hoogleraar Grieks: wie
voor het ene niet deugde, was ook het andere niet waard. In 1797 werd hij gereha
biliteerd, maar dit besluit werd kort daarop weer ingetrokken.
Ook Kluit werd gerehabiliteerd, zij het pas in 1802. De periode van de Bataafse
Republiek van 1798 tot en met 1801 was tamelijk instabiel, met grote tegenstel
lingen tussen federalisten en unitaristen. Er vonden zelfs enkele staatsgrepen plaats.
In 1801 werd onder druk van Frankrijk de grondwet herzien en werden de ver
anderingen van 1798 voor een groot deel teruggedraaid. Ook de staatsinrichting
werd drastisch gewijzigd. De scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht) werd doorgevoerd en de naam van de republiek werd gewijzigd
in Bataafs Gemenebest. De nieuwe regering kreeg als titel 'Het Staatsbewind'. Het
nieuwe gezag stelde zich gematigd en tolerant op. Er namen, met instemming van
de in Engeland verblijvende Willem V, zelfs prinsgezinden plaats in het nieuwe
bestuur.
De nieuwe wind betekende dat Adriaan Kluit weer geaccepteerd werd als hoogleraar
in Leiden. Zijn leeropdracht werd zelfs uitgebreid: hij kreeg er ook de statistiek bij.
Statistiek had toen niet de huidige betekenis.53 Het woord is niet afgeleid van staat
(tabel), maar van het Italiaanse statista (staatsman). Men zou de statistiek van Kluit
en zijn tijdgenoten kunnen omschrijven als toegepaste staatsleer of staathuishoud
kunde. De staatsleer zet uiteen hoe een staat moet zijn, terwijl de staatsgeschiedenis
vertelt hoe hij geweest is en de statistiek beschrijft hoe hij werkelijk is. Aldus Van