Tot slot WAARDE VAN HET VERLEDEN 85 Deursen." Daarbij gaat het niet om situaties, toestanden of feiten, maar om de werking, de kracht, het effect. Van Deursen geeft hiervan het volgende voorbeeld. Niet het feit dat er in een bepaald land mooie meisjes zijn, is statistisch interes sant. Dat wordt het pas als deze meisjes verkocht zouden worden, waardoor zij een sociaaleconomische effect veroorzaken. De statistische benadering was betrekkelijk nieuw en kwam overgewaaid uit Duitsland.55 Kluit introduceerde het vak aan de universiteit, en na zijn dood werd het in Leiden een verplicht onderdeel. De veran dering van Kluits vakgebied was minder groot dan het op het eerste gezicht lijkt: zijn historisch onderzoek, dat een juridische basis had, was een sociale wetenschap, en de statistiek paste deze op een ruimere schaal toe dan het staatsrecht. Ook als statisticus was Kluit een betrekkelijke pionier. Op 12 januari 1807 lag een schip, afkomstig uit Haarlem en onderweg naar Delft, in het Leidse Steenschuur, dat toen nog Rapenburg werd genoemd en thans het verlengde van het Rapenburg is. Het was geladen met buskruit. De schipper was niet aan boord, wel twee zoons en zijn knecht. Om circa kwart over vier in de mid dag vond een kleine explosie aan boord plaats, die direct gevolgd werd door een immense ontploffing. De schade was enorm: meer dan 200 woningen werden vol ledig verwoest of in ieder geval onbewoonbaar. De ramp kostte ongeveer 160 men sen het leven en meer dan 2000 Leidenaren raakten gewond.56 Toen het kruitschip explodeerde, werd Kluit, die aan de andere kant van de gracht woonde, tegenover de plaats waar het schip lag, bedolven onder de brokstukken van zijn woning. Er wordt beweerd dat reddingswerkers dachten dat ze hem van onder de puinhopen hoorden schellen met een tafelbel, maar hem niet hebben kunnen redden. De waar heid was minder mooi. Toen zijn ontzielde lichaam werd gevonden, was het zwaar verbrand, 'als eene slang ineengekronkeld'. Toen het schip ontplofte, stond of zat Kluit met zijn (tweede) vrouw Johanna Oursel achter het raam van zijn huis aan het Steenschuur, op zo n korte afstand van de explosie, dat hij verzengd moet zijn door een vuurbol met een temperatuur van 1650 graden.57 In overeenstemming met 's mans afschuw over het begraven in en bij kerken en in de bebouwde kom kregen Kluit en zijn vrouw een 'buitenbegrafenis'. Op 17 januari 1807 werd het paar op het begraafplaatsje van Katwijk aan Zee, dat toen nog in de duinen was gelegen, begraven. De 71-jarige Kluit heeft waarschijnlijk pech gehad. Naar men aanneemt, moet hij kort voor de ontploffing zijn studeerkamer hebben verlaten om mogelijk in de voorkamer van het grachtenpand samen met zijn 58-jarige echtgenote een kopje thee te drinken. De muren van zijn werkkamer waren min of meer blijven staan en grote delen van zijn bibliotheek konden geveild worden.58 Ach, had hij de thee maar laten staan... Over Luzac wordt verteld dat hij door de ontploffing in het water van het Rapen- burg geslingerd werd. Luzac woonde op de Garenmarkt, maar was net te voet op weg naar het huis van de natuurkundige J.A. Bennet, een vriend van hem, die net als Kluit aan het Steenschuur woonde, schuin tegenover de ligplaats van het kruitschip. Luzac werd door de schokgolf en de vuurbol vol geraakt en kwam in de gracht terecht. Pas enkele dagen later werd zijn lichaam gevonden en geïdenti-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2014 | | pagina 87