Als predikanten overheidspersonen om particuliere aangelegenheden vermaan
den, moest dat wel discreet gebeuren en in ieder geval niet op zo'n manier dat de
overheid in diskrediet werd gebracht. Dat leidde slechts tot onrust en opstand,
want het gewone volk was nu eenmaal niet 'geauthorizeert' om gebreken in be
stuurders te 'rechten. Die taak kwam in het verleden alleen de Bijbelse profeten
toe. Zij beschikten immers over een speciale, door God ingestelde opdracht mis
standen in het openbaar, voor het volk, te corrigeren. Het was ook verboden ker
kelijke procedures tegen de overheid op gang te brengen. Om zijn pleidooi meer
gewicht te geven haalde De Groot een recente publicatie van de aarts-calvinist
Franciscus Gomarus aan. In diens Waerschouwinghe stond immers te lezen dat
alle trouwe herders toegaven dat het hun plicht was de overheid, 'wiers boecken
duyster sijn om te lesen, lief te hebben en haar besluiten niet te onderzoeken en
beoordelen.46
Als de predikanten tegen de resolutie van 27 oktober ingingen, moest de bal
juw, dus het hoofd van het stadsbestuur, krachtig optreden. Dit ambt werd in
deze periode waargenomen door Michiel van Baerlant, eveneens verdacht van
rooms-katholicisme.47 In zijn betoog maande De Groot hem tegen de predikan
ten te procederen 'bij informatie ende examinatie naar de manier van extraordi-
naris proces'. Ontslag uit de dienst was dan een gerechte straf, zeker als er in een
eerder stadium al waarschuwingen waren uitgegaan. De advocaat-fiscaal verwees
nog naar de Bijbel, 1 Koningen 2:27, met de geschiedenis van de priester Abjatar
die door Salomon werd ontslagen. Ook Ruardus Acronius, een andere calvinist en
een fervent verdediger van kerkelijke autonomie, had in het veertiende hoofdstuk
van zijn Nootwendich vertooch (1610) deze Bijbelplaats zo opgevat.48 In een ex
traordinair proces was de beklaagde geen partij, maar gold hij of zij als een passief
object van gerechtelijk onderzoek dat tortuur als middel kon inzetten om een be
kentenis af te dwingen. Mocht een dergelijk proces echter onhaalbaar blijken, dan
was volgens Hugo de Groot een ordinair proces 'tot suspensie', dus schorsing in de
Henk Nellen
357
46 F. Gomarus, Waerschouwinghe over de Vermaninghe aen R. Donteklock. Leiden, 1610, 23 en 24.
47 Een anonieme informant verklapte aan Philippus Lansbergen dat Van Baerlant naar Den Haag
was gereisd om zich over het optreden van de predikant bij advocaat-fiscaal Hugo de Groot te
beklagen. Zie Van der Baan, Philippus en Petrus Lansbergen, 227.
48 Zie over hem D. Nauta, in: Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlandse protes
tantisme, deel 2. Kampen, 1983, 14-17. Vgl. Nootwendigh vertooch door Ruarum Acronium.
Schiedam, 1610, 35: 'De priesteren ende kerckelijcke personen, gheen wtghezondert, hebben
inden ouden Testamente in alle politike handelingen, onder de ghehoorsaemheyt ende straffe
haerder koninghen ghestaen, 1 Reg 2:27'.