Liberalisten en hygiënisten
Fokker, De Man en de reanimatie van het Zeeuws Genootschap (1850-1900)
aarde vandaan was gehaald), de schilderijen (grotendeels portretten van Zeeu
wen), de zoölogie en de collectie vlinders en kevers (coleoptera en lepidoptera).35
Ook de boekerij richtte zich nadrukkelijk op Zeeuwse schrijvers, onderwerpen en
uitgaven.36 De vogels kwamen wel weer uit heel Nederland, maar die staan er ook
niet om bekend zich veel aan provinciegrenzen gelegen te laten liggen.37
De blik op het Zeeuwse bracht nieuwe onderwerpen in het vizier: Gijsbert van
Hennekeler (1825-1884) ging zich toeleggen op een Walcherse flora, die echter
pas goed tot ontwikkeling kwam toen hij in 1869 versterking kreeg van Adriaan
Walraven (1820-1895).38 In 1863 werd de Zelandia Illustrata aangekocht (en daar
na enthousiast uitgebreid), en ook Zeeuwse volkenkundige objecten als kleder
drachten, gereedschappen en meubels drongen de verzameling binnen. De Man
kwam als arts geregeld bij streekgenoten over de vloer en wist her en der een
meubelstuk of inheems aardewerk te ontfutselen. Hij zette de verzameling op
met Frederik Nagtglas (1821-1902), een arrondissements-ijker en actief Genoot
schapslid. Bijzonder was de Walcherse schedelcollectie die De Man aanlegde: zijn
craniologische onderzoek mocht zich op de aandacht van internationaal leidende
onderzoekers verheugen.39 Ook de systematische aandacht voor archeologie was
recent: in 1866 verwierf het Genootschap de befaamde Nehalennia-altaren. De
veelzijdige De Man legde zelfs een verzameling vogelnesten en eieren aan.40
Behalve dat de aandacht naar de materiële werkelijkheid van de eigen provin
cie verschoof en elke religieus-metafysische interpretatie verdween, veranderde
ook de conceptie van de collectie. In plaats van voorwerpen met een individuele
eigenaardigheid of waarde, ging het nu meer om series objecten, die individueel
vaak weinig opmerkelijk waren, maar die tezamen een samenhangende verza
meling uitmaakten. Het gedenkboek van het eeuwfeest in 1869 toont hoezeer de
serialiteit van reeksen en classificaties een uitdrukking was van de nieuwe wind
376
35 F. Nagtglas, Catalogus der oud- en zeldzaamheden, schilderijen, teekeningen en portretten in
het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Middelburg, 1869; De Man,
Zoölogische aardP. de Bruyne, Naamlijst van in Zeeland verzamelde coleoptera en lepidoptera
bewaard in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg, 1869.
36 De verzamelingen, Zeeland, nr. 10, 2001, 18-45, aldaar, 18.
37 L.J. de Marrée, Naamlijst van de vogels uitmakende de verzameling van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen. Middelburg 1869.
38 J. Mennema, Het Zeeuwsch Herbarium aan het rijksherbarium geschonken. In: Archief: mede
delingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, nr. 126, 1982, 1-52.
39 D. Schipper, Challenging 'derivative' explanations of scientific racism: the case of dr. J.C. de
Man (1818-1909). In: Studium, nr. 10, 2017, 1-17; zie ook zijn bijdrage aan deze bundel.
40 G.R. Heerebout, De verzameling eieren van het Genootschap. In: Archief: mededelingen van
het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, nr. 126, 1982, 53-66.