Klaas van Berkel
Twee jaar later werd vader De Waard overgeplaatst naar Middelburg, waar hij al
spoedig de militaire dienst verliet en een betrekking kreeg aan het provinciaal ar
chief. Daar was hij, zeker na de aanstelling van mr. Robert Fruin tot rijksarchivaris
in Zeeland in 1894, nauw betrokken bij de verdere modernisering van het archief.
De Waard sr. verzorgde als adjunct-commies van het rijksarchief, een functie die
hij tot zijn dood in 1927 zou bekleden, archiefinventarissen die door kenners als
modelinventarissen aan anderen ten voorbeeld werden gesteld. Ook publiceerde
hij regelmatig over vondsten die hij in het archief had gedaan.4
In Middelburg doorliep Cornelis jr. de lagere school en het gymnasium en in
1898 ging hij in Amsterdam wis- en natuurkunde studeren. In 1903 behaalde hij
zijn kandidaatsexamen en daarna zette hij zijn studie voort onder leiding vooral
van de hoogleraar wiskunde, mechanica en sterrenkunde Diederik Johannes Kor-
teweg (1848-1941). Normaal gesproken zou het doctoraalexamen twee of drie jaar
na het kandidaatsexamen worden afgelegd, maar inmiddels was de belangstelling
van De Waard enigszins verschoven en werd het afstuderen, tot verdriet van zijn
leermeester, keer op keer uitgesteld.
Misschien was Korteweg daar zelf mede debet aan. De Amsterdamse hoogle
raar was een inspirerend wiskundige, die vooral bekendheid verwierf door de toe
passing van de wiskunde op uiteenlopende gebieden van de wetenschap, zoals de
mechanica, de thermodynamica en de voortplanting van golven in water. Maar hij
had ook grote maatschappelijke en historische interesse. Namens de Hollandsche
Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem was hij vele jaren betrokken bij de
uitgave van de Oeuvres complètes van Christiaan Huygens, een mega-onderne-
ming op het terrein van de wetenschapsgeschiedenis, waarvan het eerste deel
in 1888 was verschenen (de publicatie zou tot ver in de twintigste eeuw worden
voortgezet). In 1911 zou Korteweg de secretaris van de Hollandse Maatschappij,
Johannes Bosscha (1831-1911), opvolgen als hoofdredacteur van deze uitgave. On
getwijfeld heeft Korteweg op college wel eens verteld over zijn wetenschapshis
torische activiteiten en op zeker moment moet De Waard, wiens vader archief-
421
pij van het journaal van Beeckman heeft gemaakt - zie hierna). Ondanks pogingen in die rich
ting is het niet gelukt de correspondentie te achterhalen die De Waard moet hebben gevoerd
met collega's in Frankrijk (in het bijzonder met Mme. Tannery).
4 De Zeeuwse Bibliotheek bewaart vijf dozen met ongeordend materiaal van zowel vader als
zoon De Waard, waaronder veel materiaal van De Waard sr. voor zijn verschillende publica
ties. De Zeeuwse Bibliotheek bewaart ook enige brieven die De Waard wisselde met F.J. van
der Feen uit de jaren 1921-1922, voornamelijk over wat er sinds 1905 over de uitvinding van de
telescoop was verschenen.