Hubregtse na zijn overlijden aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen
en vormt met zijn nagelaten papieren een belangrijke bron van onderzoek.2
Na 1940 werd er een halve eeuw vrijwel geen archeologische veldwerk gedaan
in de Schouwse duinen. Wel werden veel vondsten en vondstgroepen in die peri
ode onderzocht en beschreven in diverse vaktijdschriften. De relatie met de naar
binnen gewaaide duinen werd nog niet gelegd, de (metalen) voorwerpen kregen
vooral aandacht. Over het middeleeuwse aardewerk was in die jaren nog te wei
nig bekend. De archeoloog Braat wees er met nadruk op, dat het niet zeker is 'of
Hubregtse's determinaties van scherven wel juist waren.3
Omstreeks 1990 waren de omstandigheden gunstig voor hernieuwd veldwerk
en onderzoek. Dat had te maken met de samenwerking tussen de geoloog L. van
der Valk van de toenmalige Rijks Geologische Dienst (RGD), de provinciaal ar
cheoloog van Zeeland R.M. van Heeringen van de toenmalige Rijksdienst voor
het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), en de schrijver van dit artikel, F.
Beekman, leraar aardrijkskunde aan de toenmalige Rijksscholengemeenschap
(RSG) Professor Zeeman in Zierikzee. Een deel van de oude vindplaatsen in de
duinen was weliswaar bebost met dennen, maar dankzij een aantal droge winters
waren er in de Meeuwenduinen diverse stuivende duinvalleien waar veel was te
vinden. Door leden van de AWN, vereniging van vrijwilligers in de archeologie
in Nederland, werd met toestemming van Staatsbosbeheer, niet-destructief on
derzoek gedaan. Dat was in feite de voortzetting van 'methode Hubregtse': het
oprapen van voorwerpen van de bodem, maar wel op moderne leest geschoeid en
met meer kennis. De interdisciplinaire aanpak leidde tot opmerkelijke resultaten,
die in artikelen, rapporten en een boekhoofdstuk werden vastgelegd. Die kennis
speelde in 2017 een rol bij de beheeringrepen in de duinen, in het kader van de
PAS maatregelen.4
In het nu volgende overzichtsartikel van de geologie en archeologie op de Kop
van Schouwen zal de genoemde indeling in drie perioden terugkeren. Het is be
langrijk voor het begrip, dat nog steeds dezelfde terreinvormen en archeologische
resten als een eeuw geleden in dezelfde context kunnen worden bestudeerd. Dat
speelt mee bij de beoordeling van de vondsten in de collectie Hubregtse van het
496
Honderd jaar archeologisch onderzoek op het strand
2 J.A. Trimpe Burger, Aantekeningen bij het legaat van de oudheidkundige J.A. Hubregtse. In;
Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1994, 205-223.
3 W.C. Braat, Zeeland in de Vikingtijd. In: Archief, 1954, 137, noot 7.
4 PAS Programma Aanpak Stikstof. Het gaat om herstelmaatregelen in natuurgebieden om de
sterke begroeiing als gevolg van stikstofdepositie uit de lucht te verwijderen.