Die Kreupele, dat was dus Hanna's broer en - geen zin om dat ver borgen te houden, u komt er toch wel achter - toevallig ook mijn vader. En steeds als-ie met dat plankje om zijn horrelvoet op de boerderij rondkloste, klapklopklapklopklapklop, had Hanna zich in de schuur opgesloten, zat midden op de deel op een omgekeerde melk emmer, de kostbare accordeon op schoot. Te spelen begon ze dan, te spelen! Zo mooi, zo goed dat er, als zulke gedachten mogelijk waren geweest, vast en zeker gepeinsd was over muziekschool of, wat kan mij het verdommen, het conservatorium; dat de gedachten als vanzelf afdwaalden naar de mode- en tandpoe deradvertenties, waaruit heren getransponeerd werden naar de suites van gedroomde hotels om daar achteloos hun dinner jacket te laten vallen, jackets hard en smetloos als staal, die galmend de vloer raak ten, terwijl de rode lokken op een hagelwit kussen lagen gespreid of boven een dito robe naar een art déco-kaptafel zweefden. Maar vooralsnog galmde het alleen in de roodaangelopen koppen van de vrijers, alsook in de smederij van het nabijgelegen A. en vanaf de kansels waar Hanna's vader het lekenpastoraat vervulde. Zonder Matthias Hohner (1833-1902) geen accordeon, maar die heeft lauweren genoeg verworven. Wie echter kent nog de namen van Nederlandse pioniers als Jan Klein-Hesseling, Gerrit Klompen houwer en Hendrik Lievens? Terwijl Terschelling ook goede spelers leverde, zoals William de Heek. Het was echter de grote Arie Maas land (1908-1980), beter bekend als Malando, die voor Hanna zou worden wat zekere fluitist voor Hameien was geweest. Het is bekend dat haar spel als een vuurpijl omhoogschoot na Maaslands fameuze tango Olé Guapa uit 1937, toen ook de eerste kleurenopnamen ons bereikten, zodat de rode lokken van Hanna haar ware aard ondub belzinnig verrieden en zij roekeloos overging tot de aanschaf van een pianoaccordeon met Stradella-bassysteem, hetgeen een nog ver hevigd opzwepend misbaar in de schuur ten gevolge had en een steeds ernstiger klapklopklapklopklapklop op het straatje buiten. Ook begon in die dagen de temperatuur te stijgen. Jaloezie, de onmogelijkheid van de Kunst in dit land van koeiendrek en zompig berouw om nimmer begane zonden, een berouw dat met de noodwendigheid van een natuurwet omsloeg in onweerstaanbare vervolgingsdrang - deze dingen kostten haar uiteindelijk de kop. Onbekenden, die het ruggelingse van Hanna nimmer hadden ge- 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 38