gordel vast, en reed langs de binnenhaven Stackton uit. Er was
nog een plaats die hij wilde bezoeken voordat hij naar huis
terugging. Een plaats die hij moest bezoeken. Met een boog
stuurde hij de auto om Stackton: langs het industrieterrein, de
sportvelden, en de weilanden die het stadje omringen. Een
maal bij het bos aangekomen dat zich van Stackton tot in de
heuvels van het achterland uitstrekt, verminderde hij vaart om
daarna tot stilstand te komen op het verlaten parkeerterrein bij
het begin van het bospad. Daar zette hij de motor uit en maak
te met trillende vingers de veiligheidsgordel los. Als kind was
hij 's avonds regelmatig met zijn vader, diens vrienden, en
soms ook andere kinderen in dit bos te vinden geweest. Maar
sinds die tijd had hij het niet meer bezocht. Pas nu voelde hij
zich daartoe in staat.
Harvey sloot de auto af en liep het bospad op. Kale loofbomen
doemden aan weerszijden van hem op. Hun geraamten teken
den zich boven hem af tegen de grijze lucht en verdichtten
zich in de verte tot een ondoordringbare knekelberg. Hij kwam
met moeite vooruit. Hij had het gevoel met een lang elastiek
aan de auto vast te zetten en met iedere stap meer kracht te
moeten zetten om zich van de parkeerplaats te verwijderen. Hij
zweette hevig. Zijn ademhaling was gejaagd en zijn darmen
verkrampten. Hij vroeg te veel van zichzelf. Zijn lichaam
weigerde verder te gaan. Maar toen na een bocht in het pad
de plaats zichtbaar werd waarnaar hij zo moeizaam op weg
was, kwam er - vreemd genoeg - rust over hem. Harvey stond
stil, voelde dat zijn darmen zich ontspanden, haalde diep
adem, en wandelde daarna kalm, met een gevoel van bevrij
ding zelfs, naar het grasveldje waar zijn nachtmerries al vanaf
zijn kindertijd hun oorsprong vonden. Alle angst was in één
keer afgeworpen. Hij werd als het ware naar die plaats geleid.
En daar, precies op de plek die met de gewelddadigste herinne
ringen aan zijn vader was verbonden, vond hij tot zijn ver
bazing een bord van makelaarskantoor Trust Real Estate. Het
diende geen enkel doel op het lege grasveld en leek om die
reden daar speciaal voor hem te zijn neergeplant. 'Te Koop',
stamelde Harvey met de priemende ogen van een op het bord
zittende zilvermeeuw op zich gericht, en probeerde tevergeefs
de nog verse graffiti te ontcijferen die op het raadselachtige
gedenkteken was achtergelaten.