"Ik vrees dat ik u die informatie niet mag geven/' zei ze. "Werkt hij hier nog?" "Neen," zei ze. "Hij had problemen met de baas. Ik ken alle de tails niet. Het spijt me, maar ik kan u niet helpen." "Ik begrijp u perfect," zei ik. "Maar ik ben de man nog wat geld verschuldigd en ik moet hem echt dringend ontmoeten. Dit is van groot belang." Het duurde een poos voor ik haar kon overtuigen, maar uitein delijk nam ze haar telefoon en gaf me het nummer van haar ex- collega. Ik bedankte haar en verliet de winkel. Ik wist nog altijd niet hoe de man heette - ze had me zijn naam niet gegeven, omdat ik beweerd had dat ik hem kende - maar nu kon ik ten minste contact opnemen met hem. Later die avond belde ik hem. "We spraken elkaar een paar keer in De Boekanier," zei ik bij wijze van inleiding. "Ik toonde belangstelling voor de Woord- lust-reeks en diende zelfs een voorstel in voor een vierde deel tje. Je herinnert je dat ongetwijfeld nog." "Inderdaad, maar ik moet je wel zeggen dat ik daar niet meer werk. Ik lag overhoop met de baas. Ik kan je niet helpen." "Wacht even. Ik heb nog altijd belangstelling voor die reeks. Ik wil die hebben. Zie je een mogelijkheid?" Even heerste er stilte aan de andere kant. "Serieus?" vroeg hij uiteindelijk. "Heb je die boeken nog? Ik wil ze best hebben. We hadden iets afgesproken, weet je nog? Kunnen we een ontmoeting rege len?" "We spraken inderdaad iets af, maar dat was toen ik daar werk te. Ondertussen liggen de zaken anders. Ik ben wel bereid om de reeks te verkopen." Enkele ogenblikken lang aarzelde ik. Zei hij verkopen? Ik dacht dat ik recht had op de boeken omdat ik een voorstel had inge diend dat was aanvaard, maar nu was de man werkloos en zat hij blijkbaar in geldnood. Ik besloot om voorlopig zijn spelletje mee te spelen. "In orde. Wat had je in gedachten?" Weer volgde er een korte stilte, en toen zei hij: "Dit is bijzonder zeldzaam materiaal, weet je. Echt iets voor verzamelaars. Ik kan de boekjes echt niet verkopen voor minder dan honderd euro." "Honderd euro?" De man zat duidelijk met financiële proble men. Ik was in geen geval van plan hem zoveel te betalen, maar misschien moest ik hem de indruk geven van wel. "Akkoord," zei ik uiteindelijk. "Waar en wanneer zien we el kaar?" We spraken af in een kroeg in het stadscentrum, twee dagen la ter, om acht uur. Ik was blij dat ik eindelijk de hand zou leggen op die zeldzame, speciale uitgaven. Toen ik de kroeg binnenkwam zag ik de man aan een tafeltje in de hoek zitten, met een pintje in de aanslag. Ik begroette hem, nam plaats en bestelde voor mezelf een koffie. "Is het je menens?" vroeg hij zonder enige inleiding. "Wil je echt die vier boekjes kopen?" "Ja," zei ik. "Ik verzamel speciale uitgaven en ongebruikelijk materiaal." De man grinnikte. "Dit zogenaamde speciale project was eigen lijk een grap," gaf hij toe. "Maar de baas vond er niks aan en ik lag al overhoop met hem. Het was de druppel die de emmer deed overlopen. Ik mocht gaan." "En je nam de boekjes mee? De hele oplage?" Hij grinnikte nogmaals. "De hele oplage? Er was maar één exemplaar van elk." "Ach zo. Maar maakte je dan dat vierde deeltje? Waarvoor ik het voorstel indiende?" De man knikte, reikte in een aktetasje op de stoel naast hem en haalde de vier boekjes tevoorschijn. "Zoals je kunt zien is de reeks nu compleet. Kijk maar eens naar het vierde deeltje. Veel valt er niet te lezen." Ik bladerde door de vier uitgaafjes, en bekeek het deeltje met de blanco pagina's, gemaakt naar mijn voorstel, met bijzondere belangstelling. Het zag er allemaal prima in orde uit, ook al be stond er dan maar één exemplaar van elk, en was het project begonnen als een grap. Ik besloot om ze te nemen, maar was vastbesloten om me te houden aan de oorspronkelijke verkoopvoorwaarden. Ik liet de vier boekjes in mijn boodschappentas glijden. "Ik geloof dat we een overeenkomst hadden," zei de man vol verwachting. "Dat klopt," antwoordde ik. Uit mijn hemdzakje haalde ik een

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2020 | | pagina 21