O
-Q
O
fM
VO
CC
O
O
CC
Je wilde wel altijd met ze mee
91
Q)
O
De liefde bezingen is kinderspel
je hoeft er maar door geraakt te zijn
en de woorden buitelen over elkaar
Ook het heelal is goed te doen:
wie zocht van kindsbeen af
niet naar oorsprong en verlossing?
Maar die laatste fase van je levensreis, met
aan weerszij hagen die het zicht ontnemen
opgaand in een steilte van steen
waar verlies en wilskracht je lot bepalen
woorden gaan haperen en bevriezen:
vat die maar samen in een vraagteken
Zoals er volken zijn die hun god
niet noemen, maar uit eerbied
(Q duiden met een symbool
9
C zoals een bergtop dat doet
01 met het grootse zwijgen
91 van sneeuw
0*
Urn
Zo vloeiend de heuvels uit je kinderjaren, met velden
vol zonnebloemen, blinkend in een dansend licht
waar nu de kolibries zijn teruggekeerd, voorbijschietend
igj als oerdrones, voorwaarts, achterwaarts, hoog, laag
SE Met razende vleugels nectar purend, diep
3 uit zoete kelken, hangen ze stil
X
in het ogenblik, schrijven langzame
regels over geluk, subliem
wentelend om ultiem genot
als discipelen om hun aanbeden god
(Q en stolt hun vlucht op schilderslinnen
(O
c vlak voor ze verdwijnen, de Braziliaanse
heuvels over, achter de woordenloze bergen