E 1 CO O O Ik kan me niet voorstellen dat iemand hier nog ooit een gedicht wil schrijven over de zee, bij zonsondergang nog wel! Hoe vaak is het al niet geprobeerd? Hoe moet het in hemelsnaam opnieuw met al die kleuren: vermiljoen, oranje, citroengeel, azuur, zachtpaars, de strepen en vegen van vuur in de lucht? Hoe en waar zijn de juiste en andere onvergelijkelijke onvergetelijke woorden te vinden? De bodemloze zee als symbool van de dood, de beweeglijke zee als beeld van zinnelijke liefde? En dan dat water met die niet te beschrijven tinten en tonen van blauwzwarte schrijfschrijfschrijfinkt, indigo, metaalglans, met al k dat geblikker, dat zilveren geschitter en geblink en getinkel en allerlei gedoe, ik noem maar wat: het strand met zijn ribbeltjes mtm (een en al alliteratie), de golven (zo drastisch) en golfjes (zo bedremmeld), de luchtbelletjes, de ribkwalletjes, het suikerwier, het wrakhout, de visdiefjes, de schepen, de plotsklaps opspringende vis en de groene fles met of zonder liefdesbriefje en het deinen en het eindeloos en dikwijls rijmloos woordengeklots C dat bij lange na niet past in een gedicht en dat dus geen gedicht (3 is. En dan de wind. Ja, als ik kon zingen als de wind zou ik misschien wel heel zachtjes zingen van de zee onder de laatste stralen van de zon. Misschien ook niet, want de wind zingt zingt O zingt altijd voor en over zichzelf alleen. •■■I 00 bij Vlissingen het verschil tussen pijn en fijn mag dan letterlijk miniem zijn de lange ij staat er niet voor niets zo schrijf je lijden altijd met een lange ij en einde met een korte ei

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2020 | | pagina 42