"In elk leven vallen dode blaadjes," zei hij. "Leven is een vorm van sterven," zei ik als een echte wijsneus. Wat een onzinnige clichés, dacht ik. "Tegen wie staat u eigenlijk te praten?" klonk het plotseling achter me. Ik draaide me geschrokken om. "Familie van u?" Een bleke, magere man wees naar de kop van Musil op de hoge zuil, boog zich toen voorover naar de lage en las: "ROBERT MUSIL, KLAGENFURT 1880 - GENÈVE 1942, CET INGÉNIEUR, ÉCRIVAIN, ESSAYISTE ET DRAMATURGE AUTRICHIEN A VÉCU A GENÈVE DE JUILLET 1939 A AVRIL 1942" en daaronder: "WENN ES WIRKLICHKEITSSINN GIBT, MUfi ES AUCH MÖGLICHKEITSSINN GEBEN (DER MANN OHNE EIGENSCHAFTEN)." Daarna strekte hij zijn rug, waarbij het klonk of er een botje knapte. "Interessant wel, die familie van u," zei hij. "Mogelijk," zei ik, want het leek alsof mijn mogelijkheidszin door het lezen van het grafschrift plotseling gewekt was. Daardoor verbeeldde ik me ineens dat ik iedereen zou kunnen zijn, omdat ik vreesde geen eigenschappen van mezelf te heb ben. Ik was zo door die gedachte in beslag genomen, dat ik hem vergat te zeggen dat ik geen familie was. De man tikte aan zijn slappe breedgerande vilthoed en liep door. "Geen familie!" riep ik hem nog achterna - maar wie liep daar nu verder? Was dat wel dezelfde man als waar ik zojuist nog tegen stond te praten? Toen ik mij omdraaide nadat ik het grafschrift nog eens had gelezen, was hij uit het zicht verdwe nen en ik had de indruk dat er een soort persoonsverwisseling had plaatsgevonden. Weliswaar had de man die zich Ulrich noemde geen hoed gedragen, maar de passant met zijn vilten hoofddeksel leek bij nader inzien toch wel erg op die Ulrich. Een dubbelganger? Of misschien driedubbelganger? De stenen kop op de grafzuil, de gladde kop van Ulrich en de gegroefde kop onder de vilthoed zouden een soort drieling kunnen zijn. Ze vulden elkaar op een bepaalde manier aan, terwijl ze elk op zich iets leken te ontberen: in de grafzuilkop ontbrak het leven, Ulrich vond ik een contourloos personage en die onadellijke Edler blonk alleen maar uit in wazigheid. De drie traden op dat moment voor mij als een goed op elkaar ingespeeld trio voor het voetlicht, alsof ze in een parallelle actie tegelijk hun afzon derlijke plaats en standpunt wensten te verduidelijken. Maar dat bleef voor mij toch vaag en onvolledig. En terwijl ik daar zo over stond te dubben, leek de grafkop op de hoge zuil zich even op te richten en te lachen en ik zag zijn mond bewegen: Es ist die Wirklichkeit, welche die Möglichkeiten weckt, hoorde ik hem zeggen, maar ik denk dat ik te lang in de zon had gestaan. 1Zie bijvoorbeeld https://www.lehrer.uni-karlsruhe.de/~za874/home- page/musil.htm 2. Zie bijvoorbeeld Dr. K.J. Hahn, Letterkundige kroniek Robert Musil, Streven. Jaargang 12 (1958-1959). https://www.dbnl.org/tekst/_str005195801 _01 /_str005195801 _01 0012.php 3. Ontleend aan Florian lilies, 1913, Amsterdam/Antwerpen 2013, Atlas Contact, pagina 89. 4. ibid. 5. https://static.kunstelo.nl/ckv2/moderne/moderne/loos/loos2.htm 6. Ontleend aan Florian lilies, 1913, Amsterdam/Antwerpen 2013, Atlas Contact, pagina 181 7. https://nl.wikipedia.org/wiki/Edler#:~:text=Edler%20 (Edler%20von...,dan%20ook%20Herr%20von... 8. Zie bijvoorbeeld Hilde Schmölzer, A schone Leich - Der Wiener und sein Tot, Innsbruck 2015, Haymon (tb) Verlag. 9. Zie bijvoorbeeld mijn verhaal Plassen op het graf van koning Borges in Ballustrada nr. 4/5, 2019.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2020 | | pagina 58