c Y— 0J O) OJ O We zaten daar, ver weg van wat ons leven was en keken naar de late zwanen, glijdend door het stille kroos met in hun vluchtige smalspoor jongen een reiger loste langzaam onder de komst van sterren op Jaren later volgde de klap toen ik vervreemd van mijzelf die terugflits had, zwervend langs verlaten wegen van een godvergeten stad doorweekt van kille najaarsregen Late Dammerung boven de Jodenstad die eeuwenlang verkwanseld werd IU door rücksichtsloze heersers het caférumoer werd glazen buitenkant die zwart de stad weerspiegelt met haar grondig gewist verdriet: de oorlogen, de pogroms, het weerloze gebedshuis, juichend opgeblazen de lege plek die bleef Boven de bergmist uit, blauwe engel over gods volk, waakt de televisietoren (O met haar aureool van vluchtig vermaak Leopolis-Leopoli-Léopol-Lemberik-Lemberg-LwówJlbBOB-l,i|ni|-Lvov-Lviv

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2020 | | pagina 60