Het tijdschrift Slib "Ik denk aan Slib," zei Anton van Kraaij, "met een B van het werkwoord aanslibben. We beginnen gewoon en dan gaat er vanzelfvan alles aanslibben." We wilden een blad beginnen en dat bleek eenvoudig. Een titel hadden we al en we waren enthousiast. We zouden beginnen met dubbelgevouwen kopietjes A-vier formaat. Een omslag was ook gauw verzonnen. We stonden te praten in de Provinciale Bibliotheek waar Anton medewerker van was en ik pakte een oud boek uit een kast en sloeg het open. Ik zag sterretjes en een regel tekst en dat werd de eerste omslag van het eerste nummer, dat verder gauw gevuld was. Het eerste nummer verscheen in maart 1975 en telde 12 bladzijden. En het ging zoals Anton had gedacht, de teksten kwamen als vanzelf. Er bleken veel mensen te zijn die iets wilden bijdragen. Het blad werd ondersteund door het pas opgerichte Zeeuws Kunstenaars Centrum dat een onderkomen had gevonden in de Lange Noordstraat in Middelburg. Daar werden kunsttentoonstellingen en bijeenkomsten georganiseerd. Ook literaire bijeenkomsten. Er bleken veel mensen te zijn die gedichten of verhalen schreven, of zomaar iets dat modern leek. Er waren ook mensen die de handen uit de mouwen wilden steken: 6 Dichteres Johanna Kruit en beeldend kunstenares Inge van der Kooij die ideeën over de vormgeving had, en een half dozijn anderen. De tekst werd door Toke Hofman getypt met een elektrische schrijfmachine. We schreven adressen, likten aan enveloppen en zegels. Het vierde nummer, het blad verscheen om de twee maanden, telde al 29 bladzijden. Er waren steeds meer abonnees. Ik herinner me natuurlijk ook Teun de Lange, toen een jonge boekverkoper bij Van Benthem en Jutting, een van de boekhandels in Middelburg. Ik meen dat hij het was die de redactie wees op Drukkerij Verhage, die eenvoudig drukwerk wilde leveren op goed papier. Het blad werd wat degelijker en ook dikker. Vooral Anton van Kraaij bemoeide zich met het redigeren. In het blad kwamen teksten van schrijvers die bekendheid genoten en van beginners. Ooit verscheen zelfs een stukje muziekcompositie van Anton van Prooijen toen directeur van de muziekschool in Terneuzen. Bij de verschijning van elk nieuw nummer werd een bijeenkomst georganiseerd, waarop van alles en nog wat, rijp en groen, werd voorgelezen. Het blad nam in omvang toe, ook omdat er redactionele stukken en boekbesprekingen werden geplaatst en er beter papier werd gebruikt. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2020 | | pagina 4