Alles welbeschouwd Wanneer ik dood ga lieve God en jij mijn botjes breekt een nier schept voor wie nog helen kan een oog oplicht voor wie in duisternis verkeert. Het eelt van mijn ziel schrapt voor de zielen van mijn vrienden. En jij dan God, heel minutieus mijn vele littekens omlijst met liefdetekens van gepoogd bestaan. Doneer de inhoud van mijn liefdeshart bij mijn bemind gebroed voordat het nieuwe zwerven start Er borrelt nog wat hartenpij n en liefdes speeksel in een vergeten hoekje van mijn mond U vindt mijn zoeken in mijn maag gekerfd het is er rood, het warme bloed nog onversneden sijpelt gestaag in mijn miljoen gebeden nu zelfs mijn kind, het allerliefste mij ontnomen werd en ik verblijf in mijn versteend verdriet. 14 Ach, luister maar want in de plooien van mijn huid wonen de gvd's in series. Het levens goud en gif raakt nu onterfd en onbemand. Het is Uw hand, de linker, die mij warmde de rechter, die mij eeuwig droeg. Oh lieve God, alles ja alles raakt vertraagd voorbij. Niets zal mij nog ontbreken ik lever uit keer tot het stof vol dank, hoe ik ondanks al mijn zoeken en verhes, het leven leven mocht. Diet Verschoor, Amsterdam 2020

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2020 | | pagina 8