5
Is
E
E
uj N
O
UJ
W Hij die mij voor is geweest heeft de aarde bewerkt.
!2 S* De taal omgespit naar gedicht en woord en verder
U S naar het d°rp t0e het ver9ezicht losgemaakt.
SC in vernauwing ligt hij nu. Het is als je uitkijkt
over het veld.
O
Wij spreken in tongen en monden.
Er zijn geen misverstanden over leven en dood.
Vooraan het huis loopt de hedendaagse weg.
2 Achteraan gaat geschiedenis met je op de loop.
Hoe kunnen wij nog denken hoe het was
(B en dat het er was zo gaat het dag na dag.
Het verdwijnen het vergeten de passage
van gedoofde gezichten. Geen feest
danst nog in mijn hoofd.
0J
Q Ik denk aan wandelen.
3Q Stel je een wit landschap voor
een eindeloos pad dat in de verte
-j niet naar adem hapt.
0J
0J
O
PM
V
UJ
Laat mij binnen oude dag.
Koningen en koninginnen heb ik afgelegd.
QÉ Spiegels verdragen aftakeling slecht
UI en slachtoffers zijn vermoeide helden.
Ik ben bereid tot onbeduidendheid.
Tot krimpen als ik de definitieve
uitnodiging krijg. Bloedarmoede
of oud zeer de tel houdt mijn hart bij.
Mijn ogen kijken dapper door.
Ik ben er nog maar kinderkoppen
g. daveren mijn jaren weg. Iedere ruggengraat
ben ik over. Ga met een vinger over mij
en ik lig in je. Het kan dat ik na dit gedicht
zomaar breek.
g
qj De roof door de nacht haalt levensherfst aan.
Door afstand te nemen van verdriet benader ik
BO mijn verlies. Ik adem om mezelf te verzamelen.
Ik schrijf je. Ik kleed mij met aarde.
Grond wordt de echokamer van mijn ziel.
QJ
OJ
O
PM