Waakzaam opgericht boven het dampende gras:
snavel, die later zijwaarts op de keukenvloer lag,
wormloos. Raadsel voor katten, verstijvende dode
koperwiek; 'witte wenkbrauw, koperrode
snavel en oksel. Zingt vaak zachtjes in koor
in de boomtoppen, trekt vanaf half oktober,
wanneer men de scherpe trekroep, een afdalend schor
ii, 's nachts veelvuldig boven het stadsgewoel hoort.'
mijn blijde vogel stijgt boven dit land
waar het gras rood waait
en klautert op de lucht naar de zon.
en hij zingt duizendmaal hetzelfde lied
aan deze zelfde zon -
dan valt hij bij het koele, diepe water neer.