LU KJ hij wacht, ziet door duisternissen heen iedere nacht voelt hij nadering getrippel, verschuiven van een blad of spriet de gewoonte is een prooi maar af en toe, zo eens in duizend jaar, verwringt een siddering de onbeweeglijke hij krijst zich tot gestalte van het kwaad sluimer onder eeuwen het is ooit afgesproken de Schreeuwuil en de nacht zij beheren de angst Volgens een Romeinse mythe kan een Schreeuwuil (Megascops) in een bloeddorstige heks veranderen. De slechtvalk kwam in winterkleed. Scheerlings. Wij renden naar de ramen en riepen naar elkaar de namen van alles wat aan roven deed -, tot wij het zagen aan de breed bemeten baard, de okeren banen: het was de niet mis te verstane die op de zonnewijzer keek. Paniek van spreeuwen, komst van sneeuw, cakewalk van rotsen en ruw water bracht hij teweeg in onze hof. Er golden golven door het stof van turfmolm, tanend gras en blaren. Sprakeloos liet hij ons alleen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2021 | | pagina 36