VOORWOORD BALLUSTRADA OPTIMA FORMA 01 QJ Bij een voorjaarsuitgave horen fenomenen en attributen die £3 aangeven dat alles weer uitbot of uitgefloten wordt. Wat dat KJ laatste betreft: mede indachtig de eerst bekende poëtische regel 2 in het Nederlands leek het ons goed om aan te sluiten bij vogelgezang. Bert Bevers was zo goed om tientallen vogels in de vlucht te vangen en ze onder te brengen in de rubriek Laag landse Poëzie. Onze redacteur Johan Everaers, een ervaren vogelaar, sluit daarbij aan met een boeiend relaas over de lot gevallen van een merelemigrant die aan de overzijde van de oceaan in Newfoundland zijn heil zocht. Hoe het met hem af gelopen is kunt u in deze Ballustrada lezen en zien. In dit nummer treft u in de rubriek Taal Ver Taal gedichten aan van de in Nederland vrijwel onbekende Belgische dichter Max Elskamp. Maarten Embrechts verzorgde de vertaling. Verder is er poëzie van Jabik Veenbaas (als er sprake is van vogels, dan is de kat niet ver weg), Hendrik Carette, Patrick Auwelaert, Geert Beeckman, Will van Broekhoven, Kees Her- mis, Theo Raats en Steven Van Der Heyden. Proza komt van de hand van Pieter Drift, Jeroen Follens, Frank Roger, Kees Klok, Jan J.B. Kuipers (heeft u nog last van ontzag?), Minor (de man die geen stadsdichter wil worden), Jos Rouw, Raats, Will van Broekhoven (angst is een slechte raadgever om kunst te benaderen), Paul van der Velde (voorziet een sluipen de annexatie van zijn geboorteplaats) en Maria Ros; Guido Eekhaut en Paul van Leeuwenkamp verzorgen samen een 'mini- thema' over ICT in heden en verleden. Ko de Jonge introdu ceert de Papierpolitie van Jürgen O. Olbrich. Dat levert ook nog een aantal fraaie bladwijzers op. Nog een bijzondere mededeling: Ballustrada viert dit jaar het 35-jarig bestaan. Corona dwingt ons om dat op ingetogen wij ze te doen. Maar de feestelijke uitgave hoeft er natuurlijk niet onder te lijden. En dat zult u merken ook! CS Moet een schrijver of dichter politiek en/of maatschappelijk geëngageerd zijn, vroeg ik me een tijd geleden af. Had net de juichende kritieken over The Hill We Climb gelezen, het M.L. King-achtige gedicht dat Amanda Gorman voordroeg tijdens de inauguratie van Biden. De schrijver Louis Paul Boon gaf ooit het juiste antwoord op deze vraag, dus eigenlijk hoefde ik me helemaal niets af te vragen. Zijn stelling luidt: Als hij het is, wel ja. Met andere woorden: engagement is een persoonlijke kwestie. Iets anders wordt het als een dichter zich op laat slui ten in een ambt, bijvoorbeeld dat van Dichter des Vaderlands of het stadsdichterschap. Dan heeft hij wel degelijk rekening te houden met maatschappelijke verplichtingen die bij de functie horen. Het kan van beide kanten misgaan bij aanstelling van een ge- uniformeerde dichter. Een schoolvoorbeeld van een foute op tiek leverde, inmiddels voorheen Dichter des Vaderlands, Tsead Bruinja de afgelopen twee jaar. Uit al zijn uitingen bleek dat hij het prototype is van een progressief-liberale dichter, een lief hebber van inclusief divers. Hij misbruikte het ambt door voortdurend zijn politieke ideeën te ventileren, maar dat heb ik hier al eerder naar voren gebracht. Voorbeelden dat het bij de benoeming van een stadsdichter misgaat, zijn te talrijk om te benoemen. Hier volgen er een paar. Dordrecht. Drie kandida ten streden vorig jaar om de eer van het stadsdichterschap! twee gerenommeerde dichters en een kapper die sinds een half jaar de schaar voor de lier geruild had. En die ook nog eens in een band speelde. De laatste werd het dus, want grensverleg gend, volgens een jury onder leiding van Anne Vegter. Vegter is inmiddels in 2021 zelf stadsdichter van Rotterdam geworden. (Hebben ze daar geen geschikte kappers?) In Haarlem werd vo-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2021 | | pagina 3