rïen
dit nu door en vond dit enorm grappig. Muntstukken werden
nu bil hoopjes in de richting van zijn bekertje gegooid, en hl]
werd luidruchtig uitgedaagd om het nodige gevolg te geven
Hij vond dat het welletjes was geweest, graaide het geld en het
bekertje mee, liet alles in zijn zak glijden en vertrok. Zijn kwel
duivels gaven zich echter niet zo gemakkelijk gewonnen. Een
groepje kinderen en volwassenen liep hem achterna, gooide
hem muntstukken toe en maakte treiterende opmerkingen^
Hij versnelde zijn pas om zijn belagers van zich af te schudden,
waarbij de muntstukken uit zijn broekzakken rolden en over de
straat kletterden. Iets verderop kreeg een politiepatrouille hem
in het oog, en de agenten vonden een hard weghollende man
die een spoor van kleingeld achterliet blijkbaar verdacht, want
ze kwamen zijn richting uit.
Hij wilde hen toeroepen dat hij alles kon verklaren aan de
hand van een wiskundig model, maar besefte dat die uitleg wei
nig overtuigend zou overkomen. Hij besloot nog harder te ren
nen, waarbij hij nog meer geld verloor. Kinderen begonnen het
rondgestrooide geld op te rapen, waardoor de vrije doorgang
van de straat belemmerd werd en de agenten opgehouden wer-
Hij maakte daarvan handig gebruik om zich in veiligheid te
brengen. Bij de eerste tramhalte die hij zag sprong hi] op een
net klaarstaande tram, en weldra was hij op weg naar huis. Hij
droop van het zweet van de inspanning, en hijgde en pufte als
of hij een marathon gelopen had. Toen hij afstapte om het laat
ste stuk naar huis te voet af te leggen bekeek hij even hoeveel
er nog restte van zijn winst. Dat bleek maar een fractie te zijn
van wat hij had binnen gerijfd, maar dat had geen belang. Wat
wel telde was dat zijn wiskundig model klopte.
Of toch tot op zekere hoogte: het model had geen rekening ge
houden met de kettingreactie en de onaangename gevolgen
daarvan. Misschien moest hij in het licht van die gegevens zijn
model aanpassen, en opnieuw testen.
Maar dat zou hij niet een van de volgende dagen doen, en niet
op dezelfde plaats als vandaag. Hij werd liever niet herkend
door zijn kwelduivels, en al helemaal niet door agenten, die
duidelijk geen respect hebben voor wiskundige modellen en
hun toepassing.
O We zien met genoegen hoe onze buitenwijken worden
omgebouwd tot gedroomde roze wolken, hoe nieuwe ouderen
de binnenstad bevolken en
«O
Z genieten van de lange winkelstraat waar dagelijks duizenden
JJJ mensen lopen, die eindeloze straat vol rinkelend lekkers, met
schoenen en jassen die
O
OC fantastisch bij je passen, je kunt er in april al pepernoten kopen
en waar een nieuwe landgenoot met een muts waar wij om
moeten lachen zich zomaar
omdraait en peinzend door de straten staart of daar misschien
een toekomst ligt. Wij treuren om dingen die verloren gingen
en gaan verder met wat we al
hadden. Anders dan op plekken waar bestofte gezichten
vertrouwden op hun goden. Zij dragen de resten van hun steden
op hun schouders en nemen
afscheid van hun doden. Het is niet moeilijk om te dichten in een
stad waar geen tsunami's zijn, waar huizen zijn verankerd in hun
eeuwenlang gelijk, maar
waar één woord het fundament aantast en de zinnen in de stad
ontregelt. Soms staat er nog een rekening open als dilemma van
bestuurders. Ze nemen
tijd om af te ronden, met twijfels over wijsheid en prijs en weten
maar al te goed: wie de stad verandert, verandert ook zichzelf.
De nieuwe generatie kijkt verwonderd om zich heen. Zij zijn nog
O Jon9 en hebben heel wat vragen. Ze warmen zich aan het neon
in de straten en pellen
de winter van hun lijf om wakker te worden in een rozenrooie
stad van mensen die een betekenis verzonnen voor een
duurzaam leven maar eigenlijk al weten
00
dat het voor de kat z'n kano is. Het is niet alleen dat het er nooit
van komt. Het gaat gewoon niet door.