En op het water drijft de wind als een verdronken drenkeling de zandbank is een eiland omspoeld door schaduwen van nacht nog verder ligt de verte die zich met zeelicht heeft verzoend waar komt de tijd vandaan als er geen stemmen zijn, geen monden die dit vergeten niemandsland lostrekken en doen opengaan soms even de eenzame schreeuw van een vogel, een kras in de lucht een golf die een ogenblijk oplicht en herinnert aan sporen van leven Zomeravond over het weiland de schichtige vlucht van zwaluwen lijnen schetsend als de hand van een sneltekenaar op de nog onbeschreven bladspiegel vah de lucht haast ademloos keek ik het aan en zag hoe haar gezicht in dampig licht bezig was te ontstaan hoe kon dit, waar vandaan waar was ze al die tijd geweest nadat ze was gestorven ik liep de landweg uit naar huis en dacht ik zal het de zwaluwen vragen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2021 | | pagina 44