GEBOORTE VAN EEN ICT-ER
aan informatie betrekken en opslaan, en wat we onszelf herin
neren, is een teken dat de scheiding tussen het persoonlijke en
het digitale geheugen vervaagt. Dit is het tweede probleem van
het digitalisatieproces van onze omgeving. Die zekerheid, dat
we dingen al wetendreigt ons gemakzuchtig te maken. Net zo
gemakzuchtig als ons geheugen dat ervan overtuigd is dat al die
te onthouden dingen toch al veilig in de smartphone zitten
(telefoonnummers, adressen, afspraken). Daardoor dreigen, vol
gens onderzoekers, mensen minder nieuwsgierig te worden naar
nieuwe informatie, omdat ze het gevoel hebben die kennis al te
bezitten.
Maar de verschillende vormen van digitale informatie en ge
heugen zijn een pover substituut voor de actuele ervaringen die
de wereld zo divers en rijk maken. Persoonlijke ervaringen zou
den ons veel meer moeten treffen dan de digitale, virtuele re
presentatie ervan. Google Street View is leuk als hulpmiddel
voor de schrijver die de fondsen niet heeft om Singapore te be
zoeken, al wil hij een volgende roman daar situeren. Het is
geen substituut voor de ervaring van Singapore - zoals we mer
ken wanneer we werkelijk op reis gaan.
Ook is de herinnering een manier om een levensverhaal dat we
ervoeren, opnieuw te vertellen. Het is ons eigen verhaal, niet
dat van iemand anders, van een netwerk of van een digitale
bron. Herinneringen bieden inzicht in wat we waren, wat we
beleefden, en dus wie en wat we geworden zijn. De herinnering
is een creatieve gebeurtenis, omdat we ons verhaal telkens her
scheppen. We wegen ons leven af, niet de digitale voorstelling
daarvan.
Hoe sterk ook in detail, ons digitale hulpgeheugen kan dat voor
ons niet doen. Het kan ons ook niet helpen de mens te worden
die we willen zijn, omdat daar alle informatie (zowel die van
vandaag als die van het verleden) gebeiteld is in digitale steen.
Soms willen we vergeten. Soms moeten we vergeten. Soms wil
len we een vorige versie van onszelf negeren, om onze weg
voort te kunnen zetten. Onze vrijheid ligt, paradoxaal genoeg,
in onze vrijheid om onszelf occasioneel wat voor te liegen: dat
we misschien een ander mens zijn geweest dan we werkelijk
waren, en dat we de harde randen van dat verleden voorgoed
kunnen uitwissen. Dat is een helend proces. Siri - of welke per
soonlijke assistent dan ook - is in dat proces niet welkom.
0*
QJ
QJ
Q. Ben je m 1955 geboren, dan is de kans groot dat je ICT-er bent
geworden. Je studeert af begin jaren tachtig, wanneer er grote
5 °0,Sheid 15 en de arbeidsmarkt geen plaats biedt voor af-
studerende jongeren. Het banenplan van Den Uyl, minister
JTwT lddt bijna t0t een Politieke cri
sis en de VUT, de regeling voor Vervroegde Uittreding die uit de
jaren zestig stamt, dreigt structureel te worden.
Dat was de situatie toen ik in januari 1981 mijn doctoraal bio
logie haalde. Ik kreeg een bijstandsuitkering en was daarvoor
verplicht te solliciteren. Alleen, ik wilde helemaal geen baan
want ik was ontzettend zielig. Daarom zat ik elke nacht in dé
kroeg en dat combineert niet goed met werk overdag. Nadat ik
enige jaren eerder jong was gehuwd, was ik in die tijd bezie
jong te scheiden, en dat deed mijn zelfvertrouwen weinig goed.
Achter die promotiebaan die mij op het lijf geschreven leek
elektronenmicroscopisch onderzoek naar de tomatenplant'
WA™* e0nS aan' En duS schreef ik talloze brieven naar
middelbare scholen, want ik had een didactische aantekening
en was eerste graads bevoegd biologiedocent. Het leidde tot
mets. Ik zat in de kroeg en overdag ramde ik verwoed op mijn
typemachine om verhalen te schrijven, en die grote roman
over mijn scheiding en het Utrechtse nachtleven.
Maar na zo'n half jaar kwamen de muren op mij af. Iedereen
was uithuizig bezig met van alles, maar ik was niet in staat mij
zelf zo n verplichting op te leggen. Ik had een verhaal verkocht
maar worstelde met het verlammende gevoel dat ik het alle
maal verkeerd opschreef. En die roman was ook vastgelopen.
Het nachtelijke kroegleven werd een uitzichtloze wereld van
werklozen, alcoholisten, gescheiden moeders, uitlopend in ka
ters. En ik moest weg uit het studentenhuis!
3
3