STAMGASTEN ia 01 01 Niko de lijkensnijder noemden ze hem in het stamcafé, omdat hij iets bij de overheid was geweest, waar hij sectie verrichtte op dieren die misschien aan iets besmettelijks waren gestorven. Mond- en klauwzeer, vogelgriep, varkenspest. Dat soort dingen moest hij buiten de deur houden. Hij had ook wat gedaan bij diergeneeskunde in Utrecht, maar toen Warnaar hem leerde kennen was hij enkel nog een vaste klant aan de bar, een wat morsige man met een brommer. Als hij binnenkwam en de lij kensnijder was in een goede bui klonk het: "Jaap, geeft dat stuk protoplasma een alcoholische versnapering van mij." Hij had een sonore stem waar je niet omheen kon. Als hij naar het toi let ging zei hij steevast: "Even de slurf in de bak hangen." Soms spoorde hij iemand aan om 'de snuit eens in die kokosmat te steken'. Meestal ging het dan om Mia Tia, een weduwe van dik in de vijftig met een stevige haakneus en een drankorgelstem waar menig marktkoopman jaloers op was. Mia had haar bij naam te danken aan de hoeveelheid Tia Maria die ze op een avond op kon. De lijkensnijder was vooral dik met dokter Harry, een psychia ter met een walrussnor. Dokter Harry was ooit de rivier komen afzakken vanuit Nijmegen en bestierde een adviesbureau voor drankzuchtigen. Als bijscholing dronk hij doorgaans gelijk op met zijn cliënten. Het woord patiënt wilde hij niet horen. Soms gingen ze met een vast clubje stamgasten na sluitingstijd nog even een afzakker halen bij dokter Harry, vijf minuten lopen om de hoek. Na een of twee afzakkers ging de dokter vast naar bed. "De krat staat in de gang, de laatste trekt de deur maar dicht." Vaak waren de lijkensnijder en Warnaar de laatsten. Niko reed iedere nacht, door weer en wind, naar een flatje in Zwijndrecht. "Een mens kan niet zonder risico's," antwoordde hij als iemand zich iets afvroeg over de combinatie brommen en drinken. Meestal trof hij ook Alexander de Grote aan de bar. Een Ie™, geschiedenis uit Papendrecht, die werkte aan een nabhe sch^ engemeenschap en na het laatste uur een opfrisser kwam ha" len, voor hij met het pontje naar de wal ging. Als Mia Tia er was, stelde hij het vertrek keer op keer uit, tot de laatste Dont was vertrokken. Dan mocht hij bij Mia, die bijna tegenover de kroeg woonde, overnachten. Die wilde ook weieens in vezel! schap ontbijten. Alex had zijn bijnaam aan zijn vak en zijn gro te mond te danken. Hij was grof, bonkig, had een zeerovers! baard en vertelde oudbakken moppen over seks die hij voor de klas niet kwijt kon. Als het bier hem te veel werd placht hij te roepen dat hij de volgende keer de Moffen de Tweede Wereld oorlog zou laten winnen. In de gloriejaren van de kroeg, voordat hij eerst werd overge nomen door een weekdier dat aan spiritualiteit deed en vervol gens door een stel overjarige hippies met weinig gezag waardoor het etablissement binnen de kortste keren verloeder de tot kantine van de naburige, psychiatrische inrichting, ver scheen ook de Kaartkoning regelmatig. Die werd keer op keer met zijn maatje manke Frans klaverjaskampioen van de stad. Geen stamgast die met hen wilde kaarten, dat kostte te veel rondjes. Soms waren er nieuwkomers die de mores nog niet kenden en hadden de Kaartkoning en manke Frans een goede avond. De Kaartkoning had een vlasbaardje en een falsetstem, maar op de een of andere manier hinderde dat Warnaar niet. In het burgerleven werkte de Kaartkoning bij een reisbureau Hij had weieens een leuk hotel in Parijs voor hem geregeld voor een vriendenprijs. De stamkroeg is de stamkroeg niet meer. Hoewel hij een warm hart meende te hebben voor de verstandelijk minder bedeelde medemens, had hij al snel geen zin meer in prevelende of schreeuwende gekken. Hij verzette de bakens en vond een an dere pleisterplaats. Het hielp dat de lijkensnijder, dokter Harry, Mia Tia, Alexander de Grote evenals de Kaartkoning en manke Frans ieder op hun eigen manier uit beeld verdwenen. Als laat ste ging de Kaartkoning dood. Na het failliet van het reisbureau kwam hij om onduidelijke redenen in Spanje terecht, waarna niemand meer iets van hem vernam, tot een broer op Facebook zijn 'tragisch overlijden' meedeelde. De rest liet hij aan de fan-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2021 | | pagina 54