tasie van de 'Facebookvrienden' over. Manke Frans werd op een avond gewoon doodgereden, nadat hij op zijn onverlichte scootmobiel van het fietspad was afgeraakt. Dokter Harry ver trok naar een baan in Rotterdam, waar hij zich binnen korte tijd dooddronk. Alexander de Grote leed aan verwaarloosde suikerziekte. Het kostte hem een been. Naar verluidt kreeg hij na de operatie, toen hij zich zijn toestand realiseerde, een hart stilstand. Net op het ogenblik dat er even niemand in de buurt was. De lijkensnijder was hem al voorgegaan, zij het dat die beide benen nog had. Van Mia Tia werd gefluisterd dat ze in haar eigen kots was gestikt, maar dat heeft hij nooit kunnen controleren. Hij wordt weieens somber bij de gedachte dat hij als enige van het clubje over is. Dat hij veruit de jongste was, ziet hij als een schrale troost. In zijn nieuwe stamkroeg, waar het nieuwe ook alweer jaren af is, zoekt hij met zijn verhalen vooral het gezel schap van jongere gasten. Die trappen nog altijd in zijn hel dendaden als kapitein bij de TRIS en zijn niet aflatende strijd om de grenzen van het toen nog bescheiden restje koloniaal bezit veilig te stellen. Van die brave jongelui die zonder 'googe- len' ook gewoon geloven dat Gerard Reve nog in Ons Indië heeft gevochten, om te voorkomen dat 'ze' het van 'ons' afpak ten. Verhalen die er grif ingaan, al mijdt hij woorden als proto- plasma en kokosmat. Er zijn grenzen. ver vijf jaar in 2026 bestaat het dorp Sint Jansteen 800 jaar. Het is een vreemde gewaarwording dat er al zo lang mensen wonen op deze zandrug tegen de huidige grens met Vlaande ren. Natuurlijk zijn er plaatsen waar al veel langer mensen wo nen. Maar goed, het gaat om mijn geboortedorp, 't Steen, zoals we hier zeggen. Dat ik er geboren ben is puur toeval. Mijn ou ders waren kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoor log neergestreken in Den Haag. Mijn moeder was een boeren dochter uit de Prosperpolder, grenzend aan de inmiddels lan delijk bekende Hedwigepolder. Zij wilde als zovele Zeeuwen voor en na haar naar de grote stad. Ze begonnen er net in te burgeren toen de oorlog uitbrak. Na de demobilisatie keerden ze noodgedwongen terug naar Zeeuws-Vlaanderen (dat ik tegen woordig Voorland van Vlaanderen noem) en vonden een huis op 't Steen dat in de volksmond 'Het Villaken' werd genoemd en gebouwd was door een evenknie van Berlage: de stadsarchi tect van Hulst, Joseph Rouleau. Van diens oeuvre zijn nog tal rijke voorbeelden te vinden in het Land van Hulst. Mijn vader ging weer aan de slag in zijn voormalige baan van commies, nu niet in Nieuw-Namen waar hij mijn moeder was tegengekomen, maar in Kapellebrug dat bij de gemeente Sint Jansteen hoorde. In 1942 ging hij met gefingeerd ziekteverlof om zich volledig aan het verzet te wijden. In die oorlogsperiode kregen ze drie kinderen. Het verzetswerk liet diepe sporen na. Mijn zus, de dichteres Emma Crebolder, verwoordde het in haar gedicht Oorlog in huis zo: 'Na de oorlog voerde mijn vader een oorlog tegen zichzelf'. Emigratieplannen naar Canada strandden begin jaren vijftig op een matras van schulden. Op een of andere manier wist mijn vader zich te herpakken en vond tegen het midden van de jaren vijftig zijn weg als com missionair en textielhandelaar.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2021 | | pagina 55