"Neem je nu een nieuwe?" vroeg de receptioniste voordat ik naar buiten ging. Raar mens. Een kat is geen koffiezetapparaat. Nu was ik pas echt alleen, dacht ik toen ik dat gat stond te gra ven. Walm dood, Jeroen de oceaan over. Zijn hart volgen, zei hij. Toegeven aan de onrust, zei ik. Het moest dan maar. Ik had verwacht dat mijn wereld tot de grond toe zou afbrokkelen, maar het viel me nog mee. We waren zes jaar bij elkaar. Een vijfde van mijn leven, maar het wordt een steeds kleiner deel. En het moest een keer aflopen, dacht ik vaak. Iedere keer dat we naar de supermarkt liepen, viel die gedachte me lastig, zeker het laatste jaar. Maar dat kwam ook doordat er juist dan een groot verschil tussen ons aan het licht kwam. Ik heb het misschien wel honderd keer tegen hem gezegd, èn dan heb ik me nog ingehouden - wat je bij de ALDI haalt, is net zo goed als de duurdere merken van die winkel waar jij naartoe wil. "Onzin, Alice," zei hij. "Je proeft het verschil." Is goed, jongen. Dat ik graag naar de ALDI ga, ligt niet alleen aan het geld dat je bespaart. Het zit hem in de eenvoud. De dingen worden niet fraaier gemaakt dan ze zijn. Hier heb je de producten nog in de doos, hele stapels. Flessen frisdrank per zes gewikkeld in plastic. Scheur maar los. Het licht is eerlijk, geen licht dat alles zachter maakt. De etiketten zijn vriendelijk, simpele labels zonder schreeuwende kleuren. Je wordt niet verleid om meer te kopen, je wordt vrijgelaten. Jeroen laat zich liever inpalmen door de marketingtrucs van de duurdere winkels. De indelingen van de schappen, de wandel routes ertussen, alles afgestemd op koopgedrag. En dan naar huis gaan met spullen die uit dezelfde fabrieken komen als die van de ALDI. Maar dan duurder. "Je proeft het verschil." Vast. "Het zijn niet voor niets A-merken," zei hij ook. Zo'n intelligente jongen, in de houdgreep van reclamemakers. Het ging hem er ook om dat hij er niet gezien wilde worden. Dat was duidelijk, al zei hij het niet. Woorden hebben altijd een onderstroom. Ik denk dat het groepsdruk vanuit het advo catenkantoor was. Jongens kunnen dan wel mannen worden, het schoolplein blijven ze in zich meedragen - zelfs al trekken ze maatpakken aan. Nu mag hij in New York zijn bizarre salaris uitgeven in glim mende winkels. Ooit komt hij erachter dat je hart daar niet vol ler van wordt. En dat de ALDI heeft wat je nodig hebt. Sinds hij vertrokken is, ben ik dus daarnaartoe gaan lopen op zaterdag. Walm bleef meelopen naar het einde van de straat. Tot Maan hem twee weken geleden aanreed. De derde kat in onze straat in een paar maanden tijd. Ik zette de doos in het gat, mompelde een paar woorden die ik nooit van mezelf had verwacht, en begon de grond terug te scheppen. Ik stampte de boel aan en dronk de wijn op. Ik keek omhoog, het ging harder regenen, de lucht was kleurloos. Ik besloot dat ik mezelf mocht troosten en ging naar de ALDI. Daar heb ik gedachteloos mijn winkelwagentje volgegooid. Met twee zware tassen liep ik naar huis. Het was intussen aan het gieten maar ik had het nauwelijks door. Toen ik de sleutel in de voordeur stak, keek ik opzij, de straat in. Ik zag de auto van Maan staan. Ik voelde een knauw in mijn onderbuik. Ik liep door de gang naar het keukentje, gooide de tassen neer voor het aanrecht en trok een mes uit het blok. Toen ik daar stond, heb ik me even afgevraagd of het niet beter was om te wachten tot het donker werd. Ik kreeg het niet voor elkaar. Ik liep terug naar buiten, stak schuin de straat over, liep op de blauwe Peugeot van Maan af en begon bij het rechter- achterwiel. Tegen de klok in. Tjak, tjak, tjak, tjak. Ik hoorde het sissen achter mij terwijl ik weer naar huis liep. Volgens mij ademde ik alsof ik een paar kilometer hardgelopen had. Ik leunde tegen het aanrecht om te kalmeren. Ik was klaan Gat gegraven, kat begraven, wraak genomen. Ik tilde de tassen het aanrecht op. Ik legde het brood in een hoek van het aan recht, legde de chips in een kastje erboven, zette de melk in de koelkast. En toen schrok ik. Ik had geen idee dat ik een zak kattenbrokken had meegenomen. De tranen sprongen in mijn ogen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2021 | | pagina 6