7f>
verzamelingen van woningen. Deze groepen
van huizen, ontstaan uit liet dubbel oogmerk,
om de voorbijvarende schepelingen te gerieven
en mede eenig aandeel te genieten in den wereld
handel, die het Brugsche vaarwater van masten
deed wemelengroeiden van lieverlede jaan
tot dorpjes. En deze dorpen verkregen ten
laatste zóóveel belang, dat zij waardig wierden
geoordeeld, met stedelijke voorregten begiftigd
te worden. Zóó werden Mude en Sluis, Hoeke
en Monnikereede geboren en tot den stadsrang ver
heven Monnikereede had daarenboven nog een'
andere bron van opkomst. Niet alleen was
't het goed van een Gendscli klooster, maar op
dat goed zelf was een Monnikenklooster ge
sticht. En daaraan was de plaats haar naam
verschuldigd. "Waar het goed der (Gendsche)
Monniken waswaar de Monniken woonden
daar vond de scheepvaart een' veilige reede-
of wilt gij liever gijdie de Ooster- en Wes-
tereê niet verre vSn daar ziet en van jongs al
gemeenzaam met d'Eê Ecdewaart daar
stond men aan den oever eens waters, eener
eede daar was Monniker-eede (5). Het klooster
had zelfs vermaardheid verkregen', als zijnde
het verblijf van zekeren Broeder Balger een'
Monnik van Winoxbergewaarin hij opgeno
men werd, toen hij in 1058 het ligchaam
der Heilige Lewinne of Lewina uit het klooster
van St. Andiuesin Engeland, overbragt. Het