110 oefenden. Zoo spreken de overoude Vlaam- sche Kronyken van zeven Forestiers die geheel het noordelijk gedeelte van Vlaanderen geregeerd zouden hebben. Sommigen noemen Lyderik de Buck als eerste Forestier in 621en later op hem vol gen Anthoni Burghart en Estoredus die in 702 door Lyderik van Harlebeke zoude zijn opgevolgd geworden. De Kronyk van de Abdij van St. Baefdoor Thielrode en welke Kro nyk uit de Liber Floridus (een manuscript van de Xlld0 eeuw) voor het grootste gedeelte is nageschrevenhandelt in het XIXde hoofdstuk De commitibus Flandrioe en begint eerst te tellen van den voormelden Lyderick van Harlebeke op 792, noemt daarna Engelram, komt zoo op Odoacer wiens zoon hij zegt Boudewijn met den ijzeren arm te zijn geweest, die in 864 tot eersten Graaf van Vlaanderen werd aangesteld. Thielrode ziet dus de vier eerste Forestiers over het hoofd en men mag gelooven dat hij derzelver bestaan niet aanneemtomdat sprekende van Lyderik van Harlebeke hij zich aldus uitdrukt: «Lyderik, Vlaanderen woest en onbewoond vindende, nam hetzelve in bezit." In de Jaarboeken der Abdij van St. Pieter wordt almede van de vier eerste Forestiers niet gesproken en komt de uitdrukking wegens

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 156