117 van den Vrije te Brugge, regelde zicli de Raad van Vlaanderen te Gent bij de beslissing der tallooze kwestiën tusschen de Abdijen van St. Pieter en andere gestichten over hunne eigendommen en tienden. Bij de Compromissen tusschen die gestichten over landen en tienden onder Oostburg, lJzendijke en Gaternisse werd het genoemde origineel al tijd ten grondslag gelegd tot de regeling van een ieders regtenhoe danzal men een stuk hetwelk zoo vele eeuwen als echt is beschouwd geworden, nu voor valsch of ondergeschoven willen doen doorgaan Dat het bestaan van AardenbUrg en Oostburg zich in den nacht der eeuwen verliest, zal nie mand willen ontkennen: de Kronijk van St. Baef spreekt van eene verwoesting van Aar denburg in het jaar 480, terwijl in de acta sanc torum, 4e deel pag. 20G No. 25, jdeze stad als de oude hoofdplaats van Vlaanderen wordt ge noemd. Inde oudste oorkonden wordt gewag gemaakt van lJzendijke, SchoondijkeBiervliet en met één woord van al de plaatsendie op de kaart van van Thutjnen voorkomen kan men dus wel met grond vermoeden dat deze alle, waarvan vier zeer aanzienlijk waren, op Nessen zouden zijn gesticht? Geheel het platte land behoorde aan de Ab dijen en kloosters te Gent, Doornijk, Rijssel, enz. enz. enz immers was daaraan tiendpliglig.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 163