rigting van Aardenburg te volgen de meer wes telijke op Damme. Het volgen van deze rigting gaf aanleiding tot zware procedures en moeiten, doch omtrent deze werd uitspraak gedaan t.saeterdaegs naer de octave van St. P.ïeter ende St. Paulus in liet jaar 1286 door Simoen Locwatid Baaljuw van Brugge"die door partijen als scheidsman was gekozen. De tegenpartij der Gentenaren eerbiedigde dit vonnis niet en de twisten duurden voort, tot den 16 Januarij 1522, toen Lode wijk. van Crécy dezelve finaal besliste, en wel zoodanig dat de stad Gent den rustigen eigendom en het bezit van de Lieve lieeft behouden tot in 1793. In dit stuk wordt de Lieve genoemd: La riviêre de la Lieve par la quelle on va cn nefe de Gand au Dam. d. i. De rivier de Lieve door welke men met sche pen vaart van Gent naar Damme. Welke de redenen zijn geweest, waarom het kanaalin stede van naar Aardenburgnaar Damme is gegraven, schijnt twijfelachtig. Die- iticxin zijne Mémoires sur la ville de Gand, spreekt van zwarigheden die het terrein zoude opgeleverd hebben. Zoo ik mij evenwel durfde veroorloven eene reden te gissen, dan zou ik die daarin zoeken, dat de Aardenburgers reeds vroeger een kanaal naar de zee hadden gegra- 122

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 168