129 eerste Rudder en de tweede Bail 1 in van Brucghe verklaarden den lslen .Tunij 1286 »dat zij bi bevelinghe van onsen heere grave hadden ver. »staen ten twiste ende discoorde die was tus- »schen die van der poort van Ardembuerch ofeen- »zide, ende die van Ardembuerch amboclit be- oosterEe ende bewester Ee ter andere zide, alze »ti der brucge van havekinswerve ghacnde over »de Ee wi hebben ghewyst over ons beste ende »over recht dat die van Ardemburch ambacht be- ooster Ee ende bewester Ee zijn schuldich te »houdeneaan die voors® brucghe scadeloos die »van der poort van Ardemburch. enz. enz. enz. Bewijzen nu de twee eerst vermelde stuk ken dat bet kanaal van 1243 hetzelfde water is, 't welk wij heden nog kennen als Aar- denburgsclie haven, dan bewijzen de twee laatste dal dit wmter de Eede werd genaamd en zij bewijzen mede, waar van daan de naam van bewester- en beooster-Eede gekomen is. Voor den onpartijdige en onbevooroordeelde, is dat herhaald spreken van de bewoners van Aar denburger ambacht beooster de Eede en de bewoners van dat ambacht bewester de Eede van zeer veel beteeken is. Alle mogelijke twijfel wordt weggenomen door het volgende stuk van den 7 October 1402. Wij Burchemeester schepenen Raed ende al 't ghemeene Comun van der stede van dr- denburch in dezen tiden doen te welenenz. 9.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1854 | | pagina 175