140
d. i. Een schor te Groede in het Ambacht van
Brugge.
Ook dit stuk alweer levert een bewijs, dat
hij zonder iemands tegenspraak deonbepaaldste
regten op dit gewest uitoefende, terwijl hij
3 jaren later, den 25 Mei 1287, en dus 12
jaren vroeger dan bet in Nehalennia beroepen
verbond, even bepaald en even uitdrukkelijk
bet grondgebied van Zeeland aanwees (Zie Mie-
ris Groot Charterboek deel pag. 471).
In liet archief van Oost-V laanderenhetwelk
voor een ieder openstaatwordt sub N».
329 een stuk gevonden, verleden te Biervliet,
»En le lialele maerdi apres quasimodo, l'an qua
trevins diis (11 April 1290) waarin voorkomen
de namen der Edelen, die wegens Zeeland tus-
sclien Scheld en Heydenzee liulde aan Vlaanderen
deden. Deze waren Les Sires de Borselede
Cruninge, de Maelstede enz. enz, enz. met één
woord, Edelen uit Zeeland zoo als het door
Gui zei ven was beschreven.
Ofschoon Kluit het verbond te Brugge ge
sloten tusschen Philips van den Elsas, 16ie Graaf
van Vlaanderen, en Floris III Graaf van
Holland, den 27 Februarij 1167/8, de oudste
oorkonde noemt, waarbij de Heydenzee als grens
van Zeeland wordt opgegeven heb ik het onder
nomen verdere nasporingen te doen. Evenmin
nogtans als ik in eenig vroeger stuk dan de
vergunning aan die van Aardenbury verleend,