44
wel de koorts, en dachten dat deze hun door
die oude Goden der Zeeuwsclie eilanden op
den hals werd gezonden. In alle geval ze
vertrokken. Daarop kwamen wel zeker eenige
vlugtelingen terug, maar vooral was er plaats
voor de Vriezen, en in het midden der VI"6
eeuw omtrent het jaar 550, schij 111 Vriesland zich
dan ook tot aan het Zwin uitgebreid te hebben.
Eu zoo zien wij dan in Oostburg al weder
een ander volk, namelijk: de Vriezen; maar
dat hadden wij met ganseh Zeeland, en hoo-
ger liggende streken gemeen. Melis Stoke
zegt: »Die Veder-Sassen heeteu nu Vriezen."
Die Vriezen begonnen dan weder rond den
burgt nieuwe woningen te bouwen en handel
te drijven. Er ontstond dus eene nieuwe han
delsplaats. Oostburg herrees uit zijne asch.
Het was echter grootendeels eene andere be
volking: hoe zullen zij den eeneu of anderen
oude aangegaapt hebben, als hij verhaalde,
hoe in de vorige eeuw Oostburg er uitzag, hoe
veel zij van de naburige volken en van wilde
volksstammen, die van elders kwamen, te
lijden gehad hadden; hoe alles verbrand was
geworden; hoe Hengst en Horsis met hunne
Saxen vóór 100 jaar het land verlaten hadden.
Ja Toehoordersreeds in 570 was er voor de
bewoners dezer plaats stpf genoeg, om van
oude dingen te spreken!
En nu verloopt er weder ruim 80 jaar eer