IN BEN POLDEK.
123
Let horologie, Let buis en nog twee rijksdaalders voor
zich. Dat verbeeldt zoo wat zestig gulden," zeide hij
doodbedaard; „daar zet jij tegen, je but, je vrouw
„Hou op!" riep de ander, wien 't helsehe plan nu
eensklaps duidelijk werd, terwijl zijn krachtige vuist den
ander bij de keel greep.
Teedw wrong zich los. De jeneverduivel had jan melis
te zeer onder bedwang, dan dat het hem mogelijk zou
zijn geweest zijn vijand lang de kracht zijner vuist te doen
gevoelen. „Bedaard, mannetje" zei bij, terwijl hij jan
op eenigen afstand hield; als je bedaard praten wilt,
dan zullen we verder komen, anders moet je 't maar
weten, hoe je 't met mieke tuien stelt. Luister; jij
zet de hut en je wijf tegen wat daar voor je ligt; win je
en je hebt de kans schoon dan is er van daas:
niets gebeurd; verlies je, dan geef ik je vijf en twintig
gulden op hand, je neemt je vletschuit, stevent naar de
Meer en ik trek in je keet. Dan mag 'tje wringen 1
dat je mieke teien zitten laat, maar je zult toch
wel begrijpen, dat als je zonder geld en zoo als 't nou
met je geschapen staat, thuis komt, je negen van de
tien kansen hebt, dat zij 't zelfde doet
Hij keek hem eens flink in de oogen en een glim
lach speelde om zijne lippen toen hij 't aanschouwde,
hoe de lijnen van dat gelaat minder toorn, dan beslui
teloosheid verrieden.
Ze zal 't niet!" zei jan eindelijk, terwijl hij zich
den vinger te bloede beet, die tusschen zijne lippen
beefde, „ze zal 't niet; armoê lijden zal ze veeleer met