40
REINIER DE KLERK.
in het jaar 1778, van 't welk dan ook de klerk de
eerste opper-directeur was. Die geleerde vereeniging
had haren oorsprong te danken aan de ontwaakte zucht
voor wetenschap en kunst, gelijk mede aan de opge
wekte belangstelling in de geschiedenis en oudheden var
die landen, welke aan de O. I. Compagnie onderworpen
waren. Zoo men van iemand als de klerk, die geeae
wetenschappelijke opvoeding genoten en eene halve eeuw
in Indië als ambtenaar der Compagnie omgezworven en
gearbeid had, niet kan verwachten, dat hij een belang
rijk aandeel had in wetenschappelijke zaken, onderzoe
kingen en werkzaamheden, ligt het toch in dea aard
der geheele inrigting ook van het toenmalige Neder-
derlandsch Indië, dat een wetenschappelijk ligchaam
zich niet vormen of ontwikkelen kon buiten de goed
keuring niet alleen, maar ook de medewerking van de
hooge regering. En van deze zijde dan ook heeft de
klerk zijn aandeel in de verdienstelijkheid van dit
genootschap, hetwelk, na veel kwijnen, tot heden nog
bestaat en zich sedert eenige jaren in nieuwen bloei
verheugt.
Voorts meenen wij uit de tot ons gekomen berigten
te mogen afleiden, dat DE klerk een der eersten, zoo
niet de eerste geweest is, die het later door den gou
verneur-generaal van der bosch zoo uitnemend inge
voerde cultuurstelsel heeft voorbereid. Althans wij lezen,
dat hij zijne gedachten liet gaan over eene menigte on
bebouwde gronden in de bovenlanden, van welke de meeste
voordeelen aan de hoofdlieden der Javanen toevloeiden.