Schepen in Museumhaven
Zierikzee
Zicht op ontwikkeling van de
scheepvaart
18
Aart van der Wouden
De garnalenhoogaars Vrouw Adriana
meet 13.85 m en is in 1878
gebouwd op de werf van Meerman in
Arnemuiden. Het deed dienst als
vissersschip in achtereenvolgens
Breskens, Brugge, Retranchement en
Arnemuiden.
Van 1948 tot 1952 is de hoogaars
verbouwd tot jacht. Al eerder, 1928,
was het spriettuig vervangen door
bezaantuig.
In 1974 is de hoogaars in originele
staat teruggebracht en vijf jaar later
keerde ook het spriettuig terug. In
1959 is het schip als jacht
overgegaan in particulier bezit.
Vorig jaar is de Vrouw Adriana
aangekocht door de Stichting
Museumhaven.
De Oude Haven in Zierikzee werd in
september 1992 door burgemeester
mr. J.J.P.M. Asselbergs geopend als
museumhaven. De bedrijvigheid
moest toen nog beginnen. Inmiddels
krijgt de haven steeds meer vorm.
Onder meer omdat de Stichting
Museumhaven een aantal schepen
heeft weten te bemachtigen: Mijn
Genoegen, De Drie Gebroeders en
Vrouw Adriana.
Mijn Genoegen is een eenmast-klipper
met een lengte van 21.57 m. Het
schip werd in 1899 gebouwd in
Geertruidenberg en droeg in het
verleden de namen Nooit Volmaakt en
Van Kinsbergen. De klipper heeft
gediend als instructievaartuig van het
toenmalige ministerie van onderwijs,
kunsten en wetenschappen. Het
kwam in het bezit van het rijks
museum Zuiderzeemuseum in
Enkhuizen en sinds 1992 is het in
bruikleen afgestaan aan de museum
haven in Zierikzee.
De Drie Gebroeders is een hengst en
werd gebouwd in 1908 op de werf
Moed en Trouw in De Paal (Zeeuwsch-
Vlaanderen). Het schip kwam in 1924
in Thoolse handen, registratienummer
TH 49, en bleef tot 1957 in gebruik
als vissersschip. In 1957 werd het
verbouwd tot jacht en kwam als
Zeeleeuw in particuliere handen.
19
Het Nationaal Scheepvaartmuseum en het Stedelijk Prenten
kabinet in Antwerpen pakken uit met een tentoonstelling over het
werk van de Antwerpse schilders Henri (1848-1919) en Maurice
(1883-1959) Seghers, vader en zoon. Beide kunstenaars waren
gegrepen door het water en de scheepvaart. Vandaar dat de
tentoonstelling, behalve van het werk van vader en zoon, een
boeiend en artistiek beeld geeft van de ontwikkeling van
scheepvaart en visserij in de periode van overgang van varen op
het zeil naar stoom- en motorvaart.
Suzette en Dick van 't Hof gingen een kijkje nemen en doen
verslag.
Henri Seghers was voornamelijk
tekenaar die zonder kunstopleiding
zichzelf heeft ontwikkeld. Met zijn
tekeningen is hij een verteller van zijn
tijd over de Schelde, de Antwerpse
haven en zijn bedrijvigheid, de dokken
en de schepen. Veel van zijn
tekeningen en aquarellen zijn zo'n
waarheidsgetrouwe weergave dat er
welhaast sprake is van ook in
documentair opzicht maritiem
historische waarde.
Zoon Maurice kreeg de belangstelling
voor schilderen en tekenen zo
ongeveer met de paplepel ingegoten.
Hij vergrootte zijn kunde en
artisticiteit door een opleiding aan de
Koninklijke Academie voor Schone
Kunsten in Antwerpen. Wat de keus
van onderwerpen betreft volgde
Maurice het spoor van zijn vader. Zijn
stijl was een andere, meer neigend
naar het impressionisme. De
aquarellen van Maurice zijn helder en
sfeervol, de schilderingen licht en
kleurrijk. Na de dood van zijn dochter,
1940, voert een somber kleurenpalet
de boventoon.
Behalve kunstenaar was Maurice
Seghers een bekwaam
ambachtsman. Op de tentoonstelling
is dat zichtbaar door bouwtekeningen
en scheepsmodellen van zijn hand.
voldaan door een selectie van
schilderijen, prenten, tekeningen,
schetsboeken en scheepsmodellen
uit het werk van beide kunstenaars.
Maritiem deskundige Jules van Beylen
was nauw betrokken bij het tot stand
komen van de tentoonstelling en
bijbehorende catalogus. Een deel van
het tentoongestelde werk is zelfs
afkomstig uit zijn privé-collectie. De
rest van de werken is geselecteerd
uit de vaste collecties van het
Stedelijk Prentenkabinet, het Natio
naal Scheepvaartmuseum en uit de
nalatenschap van Maurice Seghers.
Bij het opruimen van een kunste
naarsatelier komen vaak de meest
uiteenlopende zaken te voorschijn die
men gemeenlijk aanduidt als "fond d'
atelier"; voorwerpen die nooit zijn
verkocht, werden bewaard of gewoon
zijn vergeten. Onder meer de
opvallende hoeveelheid schetsboeken
getuigen hiervan. Van veel schilde
ringen, aquarellen en etsen zijn de
eerste schetsen terug te vinden in de
meer dan tweehonderd schets
boeken.
Voor scheeps-, kunst- en historie
liefhebbers is de tentoonstelling de
moeite van het bekijken waard. De
tentoonstelling in het Prenten
kabinet aan de Vrijdagmarkt 22 is
inmiddels voorbij. De tentoon
stelling in het Nationaal Scheep
vaartmuseum, Steenplein 1, duurt
nog tot en met 31 juli.
Veel van de tentoongestelde
werken behoren tot de vaste
collectie van de musea. Vandaar
dat een bezoek aan de twee
musea sowieso is aan te bevelen.
De tentoonstelling beoogt een beeld
te geven van de ontwikkeling van de
scheepvaart op de Schelde, de
binnenvaart en de visserij vanaf het
eind van de vorige eeuw tot midden
deze eeuw. Aan die opzet wordt
Schepen in de museumhaven van Zierikzee (foto Jaap Wolterbeek)
Oostendse sloepen en garnaalboten bij
laagwater drooggevallen in het schuildok van
Oostende, 1920.