1
Het behoud van de hoogaars in Zeeland
&£2öbs
Ê22B*2Ï
-dS®!K
Vele eeuwen trotseerden generaties vissers uit plaatsen als Arnemuiden,
Vlissingen, Yerseke en Veere met hun houten zeilschepen de krachten van de
Zeeuwse stromen en de kustwateren.
Men viste op gornaet en tong of richtte zich op de mossel- en oesterteelt. De
leefomstandigheden aan boord van de sober ingerichte schepen waren slecht.
Vanwege de tegenvallende opbrengsten leidde men vaak een karig bestaan.
Zo werkte men, zo leefde men en zo bouwde men de schepen.
Rond de eeuwwisseling bepaalden zo'n duizend zeilende vissersschepen het
silhouet van de Zeeuwse Delta. In de loop van de eeuwen met vakmanschap
ontwikkeld op geschiktheid voor het Zeeuwse en Zuid-Hollandse getijdewater
met zijn vele platen en banken.
De hoogaars
De oorsprong
Het merendeel van deze vissersschepen
behoorde tot het type hoogaars.
Volgens de overlevering ontstaan in de
zeventiende eeuw. "Mosselvisser op de
Slikken" van de hand van de schilder
Jan Porcellis die in deze periode leefde
en werkte, getuigt hiervan.
Van oorsprong werden deze eikehouten
schepen in verschillende gebieden langs
het Zeeuwse en Zuid-Hollandse vaar
water gebouwd.
Al vroeg kende men de Arnemuidse,
Tholense, Oostduivelandse, Zeeuws
Vlaamse en Kinderdijkse Hoogaars.
Klaas Tenwolde
De bouwwijze
Kenmerkend voor de Hoogaars is de
lange rechte voorsteven en haar slanke
lijn, eindigend in een oplopende kont
(Hoogaars).De rompvorm is het resul
taat van eeuwenlange ontwikkeling en
van het vakmanschap van de bouwer.
Hoogaarzen werden gebouwd zonder
tekening. De kennis werd door de
werfbazen overgedragen aan hun
zonen.
Belangrijke bouwers van Hoogaarzen
zijn, Meerman in Arnemuiden, van
Duivendijk in Tholen, de Klerk in
Kruispolder en Verras te Paal.
Het erfgoed
Van alle Hoogaarzen die Zeeland rond
de eeuwwisseling rijk was, is maar
weinig meer over. Vanaf de dertiger
jaren werden de schepen voorzien van
motoren maar waren niet bestand tegen
maritiem erfgoed voor komende gene
raties behouden te blijven. Zij weer
spiegelen een periode waarin de basis
werd gelegd voor de huidige Zeeuwse
welvaart.
Stichting Behoud Hoogaars
In 1990 werd de SBH door enkele
particulieren opgericht met als doel het
erfgoed van de Zeeuwse visserij te
bewaren en opnieuw tot leven te
brengen.
Zo werd de laatste nog varende
visserman-hoogaars YE 36 aangekocht
en vertrouwden enkele eigenaars van
jachthoogaarzen het beheer over hun
kostbare bezit toe aan de SBH.
Samen met de aanschaf in 1996 van de
nog te restaureren Hengst TH 49 uit
1908 en de onlangs aangekochte jacht-
hoogaars Alcyon uit 1928 biedt de
stichting een herkenbaar beeld voor
Zeeland van een belangrijke scheeps-
bouwperiode. De Stichting is inmid
dels gegroeid tot een hechte vrijwilli
gersorganisatie met bijna 70 medewer
kers. Zowel de bekendheid als de
belangstelling voor dit Zeeuwse
oorspronkelijke scheepstype nam de
de trillingen. En door de ijzeren wetten
van de vooruitgang werden de houten
schepen naar het verleden verwezen.
Afgedankt, wegrottend in een hoekje
van de haven of voor een laatste reis
naar het "diepe" gebracht.
Nog zo'n vijftien hoogaarzen zijn er
overgebleven. De meesten werden in
de loop van de tijd omgebouwd tot
jacht. Slechts twee authentieke houten
visserman-hoogaarzen vormen het tast
bare bewijs van de voorbije visserij-
cultuur.
Het betreft de laatste nog varende
YE 36 "Andries Jacob" anno 1900 en
de ARM 17 "Vrouwe Adriana" die te
bezichtigen is in de Museumhaven van
Zierikzee.
Deze schepen verdienen het om als
i j Tipt)
Vissersvloot omstreeks 1920 op de rede van Vlissingen
Alcyon, hardzeildag 1998
De Wet en de Hengst TH 49