24
bedreven tekenaar en kon
vaardig met gereedschap
omgaan. De appel viel
niet ver van de boom.
Han is al jaren geleden
gestopt met werken.
Lange afstands lopen,
fietsen door het Zeeuwse
landschap en buiten
tekenen en schilderen -
echt niet alleen maar
boten maar ook koeien
bijvoorbeeld, maar wat
zijn die moeilijk te schil
deren daar had hij
nu volop tijd voor.
Een eigen
hoogaars-model
Na het lezen van
"Zeeuwse vissersschepen
van de Ooster- en Wester-
schelde", het in 1963
uitgegeven boek van
Jules van Beylen over
Zeeuwse vissersschepen,
ging het bij Han krie
belen; hij zou ook wel
een model van een hoog
aars willen hebben. Nu
had hij Kees Beije nogal
eens bezig gezien met het
bouwen van model
schepen, wat Han er
mede toe aanzette om het zelf eens te
gaan proberen. Met zijn in de loop der
tijd ontwikkelde handigheid zat het er
dik in, dat het hem lukte. Het werd het
begin van een kleine vloot op schaal
van - letterlijk -museumkwaliteit.
Zeven schepen van Han prijken er
inmiddels in de maritieme musea van
Antwerpen en Rotterdam. Een erken
ning van zijn bekwaamheid is het,
zeker wanneer je in de flaptekst van het
boek "De Hazenberg modellen" van
Henk Dessens leest: "Het bouwen van
scheepsmodellen wordt vaak afgedaan
als een activiteit in de hobby sfeer. Ten
onrechte, want Nederlandse maritieme
musea hechten grote waarde aan hun
modellencollecties,Overigens
heeft Jelle Hazenberg, de "hoofdrol
speler" in genoemd boek, befaamd
professioneel modelbouwer in dienst
van het maritiem museum in
Rotterdam, nog vele waardevolle
adviezen gegeven aan Han in de begin
periode van diens modelbouwactivi
teiten. Het is overigens wel merk-
waardig, dat de tot nu toe door Han
gebouwde scheepsmodellen een muse
umbestemming hebben gekregen,
terwijl het hem er oorspronkelijk toch
te doen was een eigen hoogaarsmodel
te hebben. Ook het model van de bijna
voltooide TH 21 heeft al een bestem
ming: wanneer de Houtwerf Veere zal
zijn aangelegd, zal het model er worden
tentoongesteld.
Liefst schaal 1:10
Het eerste scheepsmodel van de hand
van Han dat zijn weg naar een museum
vond, is nog op schaal 1:20 gebouwd.
Het betreft een hoogaars die nog is geëx
poseerd op de onlangs in Rotter-dam
gehouden tentoonstelling "Goud van
hout", een expositie van fraaie scheeps
modellen. De volgende modellen
werden een maatje groter, op schaal 1:10
vervaardigd. De grotere schaal heeft het
voordeel dat veel details kunnen worden
weergegeven. Het Antwerpse scheep
vaartmuseum, aantrekkelijk gehuisvest
in het aan de Schelde gelegen "Steen",
exposeert permanent vier van Han's
modellen. In het museum wordt veel
aandacht geschonken aan de visserij in
de Delta; het is dan ook niet verwonder
lijk, dat er nogal wat modellen van oude
Zeeuwse vissersschepen zijn te bewon
deren, waaronder vier die door Han zijn
gebouwd: twee hoogaarzen -één met
spriettuig en één met gaffeltuig -, een
lemmerhengst en een boeieraak. Het
lezen - eigenlijk zou je moeten spreken
van "doorspitten" - van het boek over
oude Zeeuwse visserschepen van Jules
van Beijlen, indertijd conservator van
"Het Steen", was voor Han aanleiding
om contact met de auteur te zoeken.
Van het één kwam het ander en zo
zorgde Van Beylen, zelf overigens
bepaald geen onverdienstelijk model-
25
bouwer, ervoor, dat in de periode 1979 -
1997 scheepsmodellen van Han werden
verworven.
De vier modellen zijn subliem. Het
patina van de scheepsrompen, de mooie
- door middel van een airbrush
verkregen - tinten van de zeilen en de
vele, ongelooflijk fraaie details maken
datje lange tijd van de modellen kunt
genieten en telkens weer door iets
nieuws wordt getroffen. De door Han
uit hout gesneden en beschilderde of
aangeklede schippers en knechten op de
schepen zijn ware kunststukjes, levens
echte miniatuurweergaven van de
werkelijkheid, evenals alle attributen
aan boord, van kompas tot koffiekan
met mokken, van manden - zelf
gevlochten - tot lantaarns, oliekannen en
zelfs een hond, braaf gezeten naast de
schipper in de stuurbak.
De kroon wordt wel gespannen door een
diorama met de hoogaars TH 60, dat
weergeeft hoe vroeger de botvisserij in
zijn werk ging. Het is niet alleen de
TH 60 met bijboot en attributen die
worden getoond maar ook een weer
gave in miniatuur van het uitleuren van
de gevangen vis met behulp van een
hondenkar. De vijf uit hout gesneden
mini-mensjes in dit tafereel zijn mees
terlijk. Het humoristische element
ontbreekt niet: een poes gaat er op
schaal 1:10 vandoor met een (wegge
griste of toegeworpen?) vis in zijn bek.
Humor spreekt ook vaak uit de teke
ningen die Han maakt. Zo ook uit de
manier waarop de gang van zaken bij de
botvisserij uit de doeken wordt gedaan
aan de hand van een serie van 14 door
hem vervaardigde aquarellen met bijbe
horende tekst, die bij het diorama
worden getoond.
Kennis opdoen
Han Reijnhout is een perfectionist. Hij
rust niet voordat hij precies weet hoe
een hoogaars, hengst of boeieraak in
elkaar zit, waar alle onderdelen voor
dienen, hoe alle attributen aan boord
werden gebruikt en hoe het vissen in
zijn werk ging. "Met de modellen leg
je ook de historie van de oude Zeeuwse
visserij vast" is de mening van Han en
dat vastleggen moet waarheidsgetrouw
gebeuren. Omdat lang niet alles is
terug te vinden in de boeken van Jules
van Beylen over de Zeeuwse vissers
schepen, had Han veelvuldig contact
met de auteur om van hem zoveel
mogelijk te vernemen. Aanvankelijk
betrof het vrijwel alleen eenrichting
verkeer: informatie van Jules van
Beylen richting Han Reijnhout.
Het streven naar perfectie bracht Han
ertoe om ook te rade te gaan bij de
bron: oude vissers die nog zeilend
hadden gevist, een werfbaas en een
Han Reijnhout met model TH 60
KUNSTCONSENT, ZOMER 2000
Model Boeieraak CLN 16. "Model" van Han zelf in bijboot
KUNSTCONSENT, ZOMER 2000