gebeurt is het vernieuwen van de voor steven, de zwaarden en het roer, op de werf van Roosjen te Urk. Na een paar jaar te hebben gevaren wordt de Zeehond naar Ditzum (Duits land) gevaren om op de werf van Bültjer een grote restauratie te onder gaan. Daar worden de zijden volledig vernieuwd tot aan de kim en wordt een aantal inhouten vervangen. Rond 1967 wordt de oude motor door Jaap Blom in Hindelopen vervangen door een twee dehands Peugeot diesel. Eissenloeffel vaart met het schip veel op de wadden, waar het vaak wordt herkend door oudere vissers. In het midden van de zeventiger jaren verkoopt hij de Zeehond aan tandarts John Bos uit Enkhuizen. Deze heeft Ondertussen komt ook het eerste onderzoek naar de historie op gang. Het vermoeden is op dat moment dat het de "blazerhengst" is die volgens de werfboeken in 1893 is gebouwd op de werf van Verras in Paal. De reden is het merkwaardige verloop van de kimgang, waardoor het lijkt of we te maken hebben met een over gangstype tussen de originele - en de lemmerhengst. Later tijdens de restau ratie zal blijken dat de romp ooit ander halve meter is verlengd en dat dat de reden is van het bijzonder geveegde achterschip. Bekend is in die tijd alleen dat het schip heeft gevaren in Yerseke, maar een visserijnummer is niet bekend. Het lijkt op het zoeken naar de spreek woordelijke speld in een hooiberg. grootse plannen: hij wil ermee op zee varen. Samen met scheepstimmerman Kees van den Meiracker bouwt hij een kleine roef en doorlopend dek met stuurkuip op het schip. Ook krijgt het een nieuw zeilwerk, een nieuwe steekmast en een nieuw zeil- plan. Maar van de vaar- plannen komt niet veel terecht en in 1984 ligt de hengst droefgeestig te koop in Enkhuizen. Later verhuist hij naar de haven van Paal in Oost Zeeuws Vlaanderen, waar hij -zoals we nu weten- 85 jaar eerder te water is gelaten. De Zeeuws Vlaming Jos Broeckaert uit Hengstdijk koopt het schip in 1987 en geeft het de naam D'n Bruinen. Hij begint met het karwei het schip terug te bouwen naar de oorspronke lijke vissermanuitvoering. Helaas komt hij door familie omstandigheden niet meer aan het karwei toe en verkoopt het schip in 1999 aan de Stichting Tolerant. Het wordt droog gezet in het oude droogdok op de scheepswerf Reimerswaal in Hansweert en wordt met vereende krachten opgeknapt. Dan komt in April 2004 een doorbraak. De heer M. Moerland uit Yerseke is al sinds jaren een onvermoeibare verza melaar van foto's en verhalen over de Yerseker vissersvloot. Hij volgt het werk aan D'n Bruinen in het dok in Hansweert op de voet. En aan de hand van een foto uit zijn zeer uitgebreide archief ontstaat het vermoeden dat we te maken hebben met de voormalige YE 199. Op een oude foto, genomen in Roubaix, lijken de lengte van het schip en het lange berghout in het achterschip overeen te komen met de romp van D'n Bruinen. Tijdens een toevallige ontmoeting van Moerland met de zoon van Willem de Rooij bevestigt deze de vermoedens. Hij herinnert zich dat zijn vader het schip ooit bij Verras in Paal heeft laten verlengen en de plecht heeft laten verhogen "omdat hij altijd zijn kop stootte". Bij die verbouwing zijn een tweede zeilbalk boven de bestaande en een olmen dubbeling onder het vlak aangebracht. Jaap Eissenloeffel vertelt later dat de dubbele zeilbalk er in de zestiger jaren nog was, toen zijn vader Frans het schip kocht. Een unieke constructie die erop wijst dat D'n Bruinen inderdaad de voormalige YE 199 is. Na nog een viertal jaren te hebben gevaren, waarbij continu onderhoud moet worden gepleegd om verder verval te voorkomen, wordt een subsidie verkregen van de Europese Intereg organisatie die het mogelijk maakt het schip volledig te restaureren. Het staat nu in de nieuwe loods van het Centrum Nautisch Rupelmonde op het terrein van de voormalige Chantiers werf) Naval Rupelmonde, waar het onder leiding van Cees Droste en met hulp van Michiel Verras en een groepje vrijwilligers wordt gerestaureerd. Als alles naar verwachting verloopt zal D'n Bruinen in 2006 weer varen met Rupelmonde als thuishaven, ter herin nering aan de historie van de scheeps bouw en de visserij van de linkeroever van de Schelde. Met dank aan de heren M. Moerland in Yerseke, en Han Mannaert en het Kromhout museum in Amsterdam(www.machinekamer.nl), zonder wier informatie de afkomst en de vroege geschiedenis van het schip niet meer te traceren waren geweest. Kleine Geschiedenis van de hengst D'n Bruinen 1902 Gebouwd op de werf van Peet van Kampen (voorheen A.Verras) in Paal. 1912 Voor het eerst ingeschreven in het visserij register onder nr PI 77, geen naam, eigenaar Victor Wijne te Phüippine. 1912 Een Kromhout motor van 12 pK (no. 688) ingebouwd 1917 Uitgeschreven naar Harlingen, geregistreerd onder nummer HA 51 1919 Verkocht en nieuw ingeschreven als YE 199, naam "Vrouw Cornelia". 1919 Verkocht aan Gebroeders de Rooij, YE 199, naam "de Vijf gebroeders". 1924 Nieuwe 14 pk Kromhout motor (no. 3083) ingebouwd. 1928 Brand aan boord, motor ernstig beschadigd. 1929 Nieuwe 20 pk Kromhout motor ingebouwd. 1931 Verkocht aan Willem de Rooij, YE 199, naam "de Vijf gebroeders". 1947 Ingeschreven in nieuw register als YE 199, eigenaar Willem de Rooij, mosselhandelaar. 1958 Uitgeschreven uit de visserij, verkocht aan P. Doornbos te Amsterdam voor de pleziervaart. 1960 Gekocht door F.Eissenloeffel. Restauraties bij Roosjen in Urk en Bültjer in Ditzum. 1975 Verkocht aan John Bos in Enkhuizen. Andere roef opgebouwd. 1987 Verkocht aan Jos Broeckaert in Paal. Roef gesloopt, wegering aangebracht, enige inhouten vernieuwd. 1999 Aangekocht door de Stichting Tolerant in St.Job in't Goor 1999 Opknapbeurt in dok van Scheepswerf Hansweert. 2003-2006 Volledige restauratie op de oude werf van CNR in Rupelmonde. De nieuwe brasserie het nieuwe muZEEum, muZEEum brasserie de Gecroonde Liefde Nieuwendijk 13 Vlissingen in een maritieme omgeving, naast gelegen aan de jachthaven van Vlissingen. 22 Met een geleend grootzeil op de Schelde, 2002. \5jaaA ^öehoud^0 CONSENT NR. 21, VOORJAAR 2005 23 CONSENT NR. 21, VOORJAAR 2005

Tijdschriftenbank Zeeland

Consent | 2005 | | pagina 13