6 CONSENT! NR. 27 I VOORJAAR 2011
De Puffabriek Arnemuiden
foto: fam Stroo
last van hinderlijke geuren zal hebben. Daarnaast word nog
benadrukt dat deze drogerij ten nauwste verbonden is met
zijn garnalenpellerij die aan 72 gezinnen in Arnemuiden werk
verschaft. Deze garnalen worden bijna uitsluitend geëxpor
teerd naar Engeland, Frankrijk en België. Door de depreciatie
van de Engelse munt en de verhoging van de douanerechten
in Frankrijk van 45 naar 75% en een aankomende verhoging
in België op geconserveerde garnalen van 40 naar 55% wordt
het voor Pelle steeds moeilijker zijn marktpositie in de drie
genoemde landen te handhaven. Daarom hoopt hij ter com
pensatie een gunstig contract met Duitse afnemers te kunnen
afsluiten voor zijn bijproduct, ontstaan uit het drogen van de
kleine garnalen en garnalendoppen. Met dit contract en zijn
afnemers in Engeland, Frankrijk en België, met wie hij al der
tig jaar zaken doet, hoopt hij in deze crisisjaren zijn markt te
behouden. Uit een bijbehorende beschrijving van zijn bedrijf
uit 1931 blijkt dat hij beschikt over een benzinemotor van 10
pk, een exhauster, een molen om de garnalendoppen te ma
len, een cokesoven en twee droogbakken. De benzinemotor
wordt later vervangen door een Lister ruwoliemotor, die rond
1941/1942 (wegens oliegebrek) plaats moet maken voor een
Deutz lichtgasmotor. In de inrichting werken vier mannelijke
personen.
Uit de gemeenteraadsverslagen van Arnemuiden blijkt dat
1936 een jaar met teleurstellingen voor de visserij is, maar door
de grote pufvangsten wordt er toch nog iets verdiend.
Pelle's (later Vlaming's) vaste medewerker is Piet Stroo, die van
ongeveer 1931 tot november 1944 in dienst is geweest bij de
garnalenpellerij en -drogerij. Zijn taak is het ophalen, uitgeven
en conserveren van de garnalen, alsmede het drogen, verwer
ken en afvoeren van het vismeel. In de oorlogsjaren worden
geen garnalen, maar hoofdzakelijk 'slippers' gedroogd, soms
in meerploegendienst. Een slipper is een pantoffelslak, parasi
terend op oesterschelpen en na 1939 in alle Zeeuwse wateren
verspreid. Deze slak dreigt, evenals in Engeland, de oestercul
tuur te gronde te richten en er wordt dan ook veel op gevist
in de oorlog.
Na de bevrijding komt de puffabriek enige jaren stil te liggen,
tot deze in 1955 wordt gekocht door D. Verhoeve uit Veere.
Verhoeve werkt eerder in de puffabriek van Veere. Voor zijn
fabriek verkrijgt hij de nodige hinderwetvergunningen, maar
ondanks dat houden de klachten over stank aan. Zo meldt
het Zeeuws dagblad van 29 augustus 1959: 'Gemaskerden in
Arnemuiden, neuzen dicht voor damp van olie uit sardiene-
puf. Wanneer u in Arnemuiden een gemaskerde man of vrouw
tegenkomt, moet u echt niet denken dat de nazaten van Al
Capone op Walcheren zijn neergestreken. De eerbiedwaardi
ge Arnemuidenaren lopen slechts met een zakdoek voor het
gezicht, omdat ze de lucht van de plaatselijke vismeelfabriek,
waar sardienepuf wordt gedroogd, niet meer kunnen verdra
gen. Des nachts slapen deze geknevelden met de ramen pot
dicht en ook overdag waakt moeder de vrouw angstvallig of
vader niet vanwege de warmte ergens een venster openzet.
Dit alles omdat 'de lucht niet langer te harden is', zoals vele
inwoners zeggen. De onaangename geur ontstaat doordat er
teveel olie in de sardienpuf zit. Als er van de huidige hoeveel
heid olie nu eens tien procent verwijderd zou kunnen worden
zouden de inwoners van Arnemuiden hun zakdoeken voor de
neus weg kunnen doen. De directie van de vismeelfabriek is in
samenwerking met de directie van de fabriek in Tholen druk
doende om een nieuwe machine in gebruik te doen stellen,
die een groot percentage van de olie verwijdert. Lukt het pro
cédé dan is het leed geleden'
De fabriek in Arnemuiden draait in de laatste jaren van zijn be
staan vooral op puf uit Tholen, voor een groot deel bestaand
uit (olierijke) ansjovis. Vandaar dat die fabriek geweldig kan
stinken.
In 1965 eist de gemeente een geheel nieuwe vergunning, wel
ke aan Verhoeve wordt verleend onder geheel nieuwe voor
waarden, voornamelijk ten aanzien van stankoverlast.
Naar aanleiding van de vele klachten over de enorme stank
van de puffabriek wordt in 1969 door de gemeente gesproken
CONSENT NR. 27 VOORJAAR 2011
7
met de eigenaar, de heer D. Verhoeve uit Veere: of hij tot slui
ting van zijn bedrijf wil overgaan of maatregelen wil nemen te
gen de stankoverlast,omdat hij zich niet houdt aan de bepalin
gen in de hinderwetvergunning van 1965. Verhoeve merkt in
een interview met de PZC op 19 november 1969 het volgende
op: "Het bedrijf dateert reeds van voor de oorlog. Aanvankelijk
wordt er alleen garnalenafval (puf) gedroogd en blijft de over
last beperkt. Als de garnalenvangst vooral door de sluiting van
het Veerse Gat belangrijk terugloopt, wordt overgeschakeld
op visafval, dat in hoofdzaak wordt aangevoerd uit IJmuiden.
Jaarlijks wordt in Arnemuiden vier tot vijf miljoen kilo visafval
verwerkt. Het eindproduct, het vismeel, wordt hoofdzakelijk
als veevoer gebruikt."
De vennootschap Fa. Verhoeve Kasse wordt op 1 juli 1969
ontbonden en voortgezet vanaf die datum door Dingeman
Verhoeve, gewezen vennoot van genoemde vennootschap.
Op 19 mei 1970 komt het bezwaarschrift van de firma Verhoe
ve en Kasse te Veere tegen het besluit van het gemeentebe
stuur tot sluiting voor de Raad van State. Met de directie van
het bedrijf zijn enkele besprekingen gevoerd om de puffabriek
te laten voldoen aan de wettelijke eisen voor stankoverlast en
beveiliging. In het bezwaarschrift zegt de firma 'dat het be
drijf is opgericht met medeweten van b.en w. omdat door de
uitvoering van de Deltawerken het drogen en verwerken van
garnalen als taak van het bedrijf is weggevallen. In augustus
krijgt de gemeenteraad de uitspraak van de Raad van State te
horen. De puffabriek moet ingaande 14 augustus 1970 worden
gesloten en ter effectuering van deze sluiting zal op 18 augus
tus daaropvolgend een aantal machines moeten worden ver
zegeld. Na de sluiting zal het afval van de garnalenpellerijen
via containers weggehaald worden door de bedrijven zelf.
Vanaf maart 1971 probeert de gemeente de vismeelfabriek
aan te kopen van eigenaar D. Verhoeve te Veere in verband
met het bestemmingsplan 'Buitengebied' en de verdere uit
breiding van de gemeente. Er worden strenge eisen aan Ver
hoeve gesteld ingevolge de Hinderwet. De aankoop verloopt
echter niet zo gemakkelijk. Er kan geen overeenstemming be
reikt worden over de koopsom. Het hele jaar door probeert
het gemeentebestuur, met dreigementen of via minnelijke
weg, de puffabriek in eigendom te verkrijgen, maar alles tever
geefs. Na langdurige onderhandelingen is de eigenaar D. Ver
hoeve uit Veere uiteindelijk op 20 juni 1973 bereid zijn fabriek
te verkopen aan de gemeente Arnemuiden voor Fl. 65.000,-.
Wel wijst de gemeenteraad het verzoek van de eigenaar om
vergoeding van planschade af. De onderneming van D. Ver
hoeve wordt opgeheven op 1 januari 1974.
Het gebouw van de voormalige vismeelfabriek wordt ver
huurd: de zuidwestelijk gelegen loods ter grootte van 230 m2
voor Fl. 3000 per jaar aan de firma L. Mieras Go.te Yerseke en
de fabricageruimte ter grootte van 190 m2 voor Fl. 500 per jaar
aan J.A. Witte.
In 1978 loopt nog steeds een beroepszaak over de sluiting van
de puffabriek, maar het beroep van wijlen de heer D. Verhoeve
uit Veere wordt uiteindelijk ongegrond verklaard. Hiermee is
de zaak van de puffabriek in Arnemuiden definitief ten einde
gekomen.
Bronnen:
J. Adrioonse, De kroniek van Arnemuiden,
deel 1:1870-1948, deel 4:1948-1996
Schriftelijke informatie van J. Midavaine
uit Veere over puffabriek Veere
Mondelinge informatie van LexMinneboo
uit Goes over puffabrieken te Veere en
Arnemuiden
Mondelinge informatie van A. Stroo uit
Middelburg, wiens vader Piet in de puf
fabriek te Arnemuiden werkte.
Zeeuws Archief, Archief Gemeente
Arnemuiden 1952-1996 inv.nr. 138.
Zeeuws Archief, Hinderwetvergunningen
van Arbeidsinspectie (Arnemuiden)