Alice
Bijvangst
28 CONSENT NR. 37 VOORJAAR 2021
Hoogaarsjacht Alice 1892
Foto: ©Stadsarchief Antwerpen
Scheepswerf Wed. A. van Duivendijk,
voorheen J. Verheul te Papendrecht.
of Yachts ingeschreven als De Elfde Juny, constructeur ene J.
Verheul te Kinderdijk. Bijzonder aan deze hoogaars is de vorm
van het achterschip, dat rond gebouwd is als bij een tjalk.
Ook is het schip vrij slank in vergelijking met andere hoogaar
zen. Een model bevindt zich in het Scheepvaartmuseum in
Amsterdam.
Na diverse keren verkocht te zijn wordt Dr. G. Lind te Amster
dam eigenaar van het jacht, en gaat het verder onder de naam
De Zeeuw. Volgens het Nederlandse Jachtregister 1924/1925
koopt de heer A. Vinke uit Heemstede het in 1924, waarna het
spoorloos verdwijnt.
De overeenkomsten tussen de twee schepen zijn opvallend.
Maar er is één verschil: op de tekening heeft de Oscar en
Virginie een dubbele bolder voor en achter, en dat betekent
dat er, ondanks de overeenkomsten, toch sprake is van twee
verschillende schepen.
Een derde mogelijkheid is de Alicegebouwd door Meerman in
1883. Dit jacht, gebouwd voor de Baron Groeninx van Zoelen,
is meer dan 30 jaar in dezelfde familie geweest. Daarna is het
in 1926 verkocht naar Engeland. Na een reeks van eigenaren is
de laatste geregistreerde eigenaar een Nederlander, de heer
F. Visser, die het schip kort na de oorlog mogelijk terug heeft
gebracht naar Nederland. Sindsdien is het stil. We hebben pas
heel recent afbeelding van dit schip gevonden, waarop is te
zien dat het dubbele bolders achter heeft. Bovendien was de
Alice een meter langer. De Groene Wolfis dus ook niet de oude
Alice.
Welk schip het dan wel was Wie het weet mag het zeggen.
Hoewel het gaat om verdwenen schepen levert dit soort
onderzoek vaak grappige details op, in dit geval over de
ontwikkeling van de lemmerhoogaarzen.
De meest opvallende ontdekking is dat de werf van J. Verheul
niet in Kinderdijk, maar in Papendrecht was gevestigd. Deze
kleine werf stond niet bekend om zijn hoogaarzen, maar
bouwde voornamelijk beurt- en vrachtscheepjes, kleine
tjalkjes.
Het wekt daarom geen verbazing dat de Oscar en Virginie is
gebouwd met een ronde kont. Het schip is nogal smal voor
een vissersschip, die waren bovendien in die tijd nog niet zo
groot. Mogelijk werd het gebouwd als vrachthoogaars, was
CONSENT NR. 37 VOORJAAR 2021 29
Zeiljacht Plan 1892.
Nr. S 5181(083)
Scheepvaartmuseum Amsterdam
de opdrachtgever een schipper die veel op ruim water voer,
en wenste hij een droog schip zoals een hoogaars maar wel
met de vaareigenschappen van een tjalk
Ook kwam een tekening uit 1892 boven water van een
hoogaarsjacht, ontworpen voor de werf 'Het Jacht' van boei
erbouwer Bernhard in Amsterdam. Daarop is duidelijk bijge
schreven dat het achterschip van een boeier is, terwijl het
voorschip een hoogaars model heeft. Hieruit blijkt dat het
verhaal, dat de Lemmerhoogaars gemodelleerd zou zijn naar
de Lemmeraken, niet juist is.
Er werd eind 19e eeuw, nadat het ontwerpen van jachten op de
tekenplank meer algemeen werd, al heel wat geëxperimen
teerd met de vorm van het onderwaterschip. Vermoedelijk is
geprobeerd om de beste eigenschappen van diverse model
len te combineren: het droge voorschip van de hoogaars met
het 'snelle' achterschip van de boeier en het beurtschip.
Dat zou betekenen dat de hoogaarzen met boeierkont zijn
ontwikkeld door de Hollandse scheepsbouwers, en later geko
pieerd door de Zeeuwse werven. Zeker is dat de snelvarende
hoogaarzen van de Visserijpolitie eind negentiende eeuw ook
zo'n boeierkont hadden, die moesten immers sneller zijn dan
de vissers.
Dan is de benaming Lemmerhoogaars of Lemmerkont
bedacht door de Zeeuwse scheepsbouwers, die tot dan
alleen bekend waren met de mosselaken van Bruinisse, die
werden gebouwd in De Lemmer.