UNSEREIDEEN
HELFEN ANDEREN
Verantwoording
Het kunstwerk eet
de kunstenaar op.
Inrru
NRC- ergens in de week van
7-11 december 2009.
Muziek moet zijn eigen leven
kunnen leiden, en de maker
hoort daarachter te verdwij
nen. Dat heb ik geleerd van
mijn vader. Hij zei: "Wij zijn
helemaal niet belangrijk, de
muziek is veel belangrijker
dan wij." Dat vind ik een goed
standpunt.
(Louis Andriessen, in Luister
zomer 2009, pag. 35)
Dat is het probleem van I
exposeren. De afstand is te
klein. Als ik geld had, zou ik
niet exposeren en alles laten
staan. Dan kun je na vijf jaar
nog eens denken: 'het klopt
niet helemaal, al zie ik niet
waaraan het ligt'. Vervolgens
keer je het weer drie jaar om
en daarna weet je nog steeds
niet wat er aan de hand is. 1
Maar opeens kun je het zien
en dan denk ik vaak:'Waarom
heeft dat zo lang geduurd'?
Wat ben ik traag! De oplos- I
sing ligt zo voor de hand!"
(Reinier Lucassen, in Museum-
tijdschrift nr 8, dec. '09 - jan.
'10, pag.36.)
"En de mensen verdringen zich
rond de dichter en zeggen tot 1
hem: zing weldra weer, dat wil
zeggen, moge nieuw lijden uw
ziel folteren, en mogen uw
lippen zo gevormd blijven als
tevoren; want uw smartenkreten
zouden ons alleen maar angst J
aanjagen, maar die muziek, die
is lieflijk."
Seren Kierkegaard, 1813-1855) I
"De literatuur staat op twee
belangrijke poten: herkenbaar
heid en onherkenbaarheid. Ik
acht het mijn taak het onherken
bare herkenbaar te maken. Elke
Tentoonsts
[Vigilius Haufniensis (Sdren Kierkegaard
gedreven schrijver is een terro
rist en bevindt zich uit overtui
ging in de marge, waar zich niet
toevallig ook de bron van de
creativiteit bevindt".
(Charlotte Mutsaers, in NRC
Handelsblad, maandag 14
december 2009, Kunst 9)
"Je wist dat de poëzie nooit
de dichter schept het woord,
zei je en verkondigde je, het
woord valt op hem en maakt
een dichter van hem, en zo
troostte je jezelf misschien
ook een beetje, arm riet
waarin zonder zijn verdienste
de god blaast zoals in alle riet
stengels, ook in die welke, niet
door hun eigen verdienste,
alleen van jou is, net als de groot en melodieus zijn. Wat
liefde, maar van iedereen; niet doet het ertoe van wie dat lied
in Mins'k met Bunny's en hemdjes uifc Zeeland
(foto Ludmila).
is als het namens jou spreekt,
namens ons, wat doet het
ertoe waar het water vandaan
komt dat je dorst lest en in
jouw mond van jou wordt?
Ook heel veel woorden van
mij zijn in jouw gezangen
beland, in je door iedereen
geprezen en bewonderde
gedichten, en ik ben daar blij
om, want jij spreekt ze uit en
zo houd je nog meer van mij..."
(Claudio Margris,'U begrijpt dus',
Amsterdam: De Bezige Bij 2009,
p. 26-27.)
"Maar is het werk ooit op
zichzelf toegankelijk? Dat zou
alleen kunnen lukken door het
werk los te halen uit alle
betrekkingen tot iets anders
dan het werk zelf, om het
alleen voor zich, zoals het op
zich bestaat, te laten rusten.
Maar dat is toch precies de
bedoeling van de kunstenaar.
Hij moet het werk in zijn
zuivere in-zichzelf-staan uit
handen geven. Juist in de grote
kunst - en alleen daarvan is
hier sprake - blijft de kunste
naar ondergeschikt aan het
werk, haast een medium dat
zichzelf in het scheppen
vernietigt ten behoeve van de
totstandkoming van het werk.
(Martin Heidegger, 'De oorsprong
van het kunstwerk', Amsterdam:
Uitgeverij Boom 2009, p. 52.)
Het gevoel en het verstand
verenigen, een evenwicht
vinden tussen goed en kwaad,
zijn kunststukken. Kunst is
bijeenbrengen wat uit elkaar
ligt. Het is wat het geluk van
het scheppen behelst: door de
ontdekkking van een originele
samenstelling iets maken wat
daarvoor niet bestond in deze
vorm.
(Conny Palmen,'Het geluk van de
eenzaamheid', Amsterdam: Polak
Van Gennep 2009, p. 101.)